Patiënt centraal

Een doordeweekse dag in een ziekenhuis in het midden van het land. Ik ben te vroeg voor het interview met de arts. Tegenover de balie van de poli staat een bank en ik neem daarop plaats. Daarmee zit ik met de rug naar de balie, dus ik zie de liftdeuren opengaan die op deze poli uitkomen. Uit de lift komt een jonge vrouw tevoorschijn en die valt mij op. Niet alleen omdat ze aantrekkelijk is, maar ook omdat ze zich voortbeweegt op rolschaatsen. Geen alledaags beeld in een ziekenhuis.

Zorg en privacy hebben geen goed huwelijk

De vrouw gaat naar de balie en noemt haar naam. De medewerkster zoek in de computer haar gegevens op en checkt of het adres en de postcode kloppen, die de vrouw eveneens noemt. Vervolgens vraagt ze waarvoor de vrouw komt. Die beschrijft haar klacht en dat is een buitengewoon intieme. Terwijl ze uitweidt over de details die ermee samenhangen, ontstaat bij mij het besef: dit wil ik helemaal niet weten. Moet ik weglopen? Nee, die arts kan zich ieder moment melden. Inbreken en zeggen dat ik het gesprek woordelijk kan volgen? Daarmee zou ik de grens overschrijden van de schijn van privacy die de twee blijkbaar ervaren. Ik sta op en veins diepgaande interesse in de poster met medische informatie die iets verderop aan de muur hangt.

Dit is gebeurd, heel recent nog. En het gebeurt veel te vaak, stellen patiënten. Patiëntenfederatie Nederland deed er onderzoek naar en concludeert dat zorg en privacy geen goed huwelijk hebben. Ze stelt ook dat veel privacygevoelige zaken met kleine bouwkundige aanpassingen kunnen worden opgelost. In het geval van die poli was dat ook zo: er was ruimte genoeg om die bank een paar meter verder van de balie neer te zetten. Soms staat de patiënt té centraal.

Delen