Patiënt vindt het oké

Patiënten hebben er helemaal geen probleem mee om verder te reizen, als de zorg die ze krijgen dan beter is. Wilna Wind van de Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie (NPCF) zei dit gisteren tijdens een symposium van de Santeon-ziekenhuizen over de Consumer Quality Index (CQI). “Patiënten hebben nooit gehoord van een bestuurlijk akkoord”, zei ze, “maar ze horen wel dat ze binnenkort verder moeten reizen voor hun zorg.”

Uitleg op publieksniveau over hoe de kwaliteit van zorg wordt bepaald op basis waarvan selectieve zorginkoop plaatsvindt, is dan ook nodig. Maar als die uitleg goed is, zijn patiënten dus beslist bereid mee te gaan met de ontwikkeling van die selectieve zorginkoop, maakte Wind duidelijk. En dat is een belangrijke constatering, want dit betekent dat beroepsorganisaties die patiënten willen mobiliseren om die selectieve contractering een halt toe te roepen of te beperken, niet per se op medewerking van die patiënten kunnen rekenen.

Patiëntgegevens zijn wel essentieel om tot een goed waardeoordeel te kunnen komen, benadrukte Wind. De CQI is in dit opzicht van enorme waarde, maar hij is nog lang niet uitontwikkeld. En er zijn meer methoden om patiëntervaringen met de zorg te meten. “Standaardisatie van meetgegevens is dus nodig”, zei ze. En ze kan zich best voorstellen dat de zorgverzekeraars hierin het voortouw nemen. Daarin heeft ze natuurlijk gelijk. De zorgverzekeraars en patiënten zijn natuurlijke partners in het proces van het bepalen van kwaliteit van zorg. Dat ze hierbij tegelijkertijd wel moeten uitgaan van de kwaliteitscriteria van de wetenschappelijke verenigingen, is duidelijk.

Delen