Populistisch oppositievoeren

Als goede zorg uit de krimpregio’s als Zeeland, Zuid-Limburg en Groningen verdwijnt, zijn de patiënten en de leefbaarheid in die regio’s de dupe. Dit stelt Tweede Kamerlid Hanke Bruins Slot van het CDA en daar heeft ze natuurlijk helemaal gelijk in. Maar heeft ze daarmee ook gelijk als ze stelt dat het kabinet te weinig oog heeft voor de zorgproblematiek in de krimpregio’s in ons land en dat het daarop een concreet beleidsplan moet ontwikkelen?

Dat is nog maar de vraag. In het huidige zorgstelsel zijn de zorgverzekeraars de regisseurs van de zorg. Zij hebben een zorgplicht voor hun verzekerden. En als in een van die krimpregio’s een ziekenhuis financieel kopje onder dreigt te gaan, dan zijn het dus ook de zorgverzekeraars die hiertegen in actie moeten komen. Dat gebeurt dan ook. Alleen gaat het dan niet om ziekenhuizen alleen, want de zorgverzekeraars  richten zich met name op behoud van een integraal zorgaanbod in deze regio’s. En iedereen die de ontwikkelingen in de zorg volgt, weet dat dit aanbod er in de toekomst anders uit zal zien dan we tot nu toe gewend zijn. Het zal meer uitgaan van zorg in de eerste lijn en van zelfmanagement van de patiënt of cliënt en minder van intramurale zorg. Dat doet de ziekenhuizen pijn en je kunt dus als oppositiepartij politiek scoren als je daarop inspeelt. Het is dan ook de vraag in hoeverre de roep van Hanke Bruins Slot om aandacht voor het onderwerp inhoudelijke meerwaarde heeft. Het ligt meer voor de hand dat die ingegeven is door populistisch oppositievoeren.

Delen