Populistisch oppositievoeren
Als goede zorg uit de krimpregio’s als Zeeland, Zuid-Limburg en Groningen verdwijnt, zijn de patiënten en de leefbaarheid in die regio’s de dupe. Dit stelt Tweede Kamerlid Hanke Bruins Slot van het CDA en daar heeft ze natuurlijk helemaal gelijk in. Maar heeft ze daarmee ook gelijk als ze stelt dat het kabinet te weinig oog heeft voor de zorgproblematiek in de krimpregio’s in ons land en dat het daarop een concreet beleidsplan moet ontwikkelen?
Dat is nog maar de vraag. In het huidige zorgstelsel zijn de zorgverzekeraars de regisseurs van de zorg. Zij hebben een zorgplicht voor hun verzekerden. En als in een van die krimpregio’s een ziekenhuis financieel kopje onder dreigt te gaan, dan zijn het dus ook de zorgverzekeraars die hiertegen in actie moeten komen. Dat gebeurt dan ook. Alleen gaat het dan niet om ziekenhuizen alleen, want de zorgverzekeraars richten zich met name op behoud van een integraal zorgaanbod in deze regio’s. En iedereen die de ontwikkelingen in de zorg volgt, weet dat dit aanbod er in de toekomst anders uit zal zien dan we tot nu toe gewend zijn. Het zal meer uitgaan van zorg in de eerste lijn en van zelfmanagement van de patiënt of cliënt en minder van intramurale zorg. Dat doet de ziekenhuizen pijn en je kunt dus als oppositiepartij politiek scoren als je daarop inspeelt. Het is dan ook de vraag in hoeverre de roep van Hanke Bruins Slot om aandacht voor het onderwerp inhoudelijke meerwaarde heeft. Het ligt meer voor de hand dat die ingegeven is door populistisch oppositievoeren.
2 reacties
De Minister denkt er toch anders over. 15.000 VWS ambtenaren moeten immers ook wat te doen hebben.
http://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/verslagen/verslag.jsp?vj=2012-2013&nr=32
“Deze zorgpiramide — zo noem ik haar maar — breed aan de basis, vertakt in onze wijken en dorpen en oplopend naar smal en gespecialiseerd in de top, houdt een enorme omslag in denken, werken en organiseren in. Eigenlijk staan wij aan de vooravond van deze gigantische omslag. Het gaat namelijk niet zomaar. Niet alle ziekenhuizen doen ongeveer hetzelfde, wat nu wel het geval is. Ziekenhuizen moeten zich toeleggen op de zorg waar zij goed in zijn en stoppen met zorg leveren die van matige kwaliteit is. Dat betekent dat verzekeraars meer moeten kijken naar doelmatigheid en kwaliteit. Er zijn vier spoedeisende hulpen in Den Haag, zes in Amsterdam en vijf in Rotterdam. Is dat nodig? Dan reken ik de spoedeisende hulpen in de buurgemeenten, die vaak heel dicht bij zo’n stad liggen, niet mee. Leveren extra spoedeisende hulpen in deze hoeveelheid ook extra kwaliteit van leven of een betere behandeling? Dat zijn de vragen waar het om draait. Belangrijk is dat er wel ruimte blijft voor nieuwkomers, de aanjagers en de luizen in de pels die betere zorg kunnen leveren voor minder geld, meer aandacht kunnen bieden aan de patiënten of de cliënten en juist een nieuwe, innovatieve aanpak hebben die heel veel patiënten of cliënten willen. Die moeten wij stimuleren. De oude garde moet uitgedaagd blijven door deze nieuwkomers.”
–En volgende stap is regio budgettering, populatie bekostiging, maar nog steeds keuzevrijheid voor de verplicht verzekerden uit verschillende, met elkaar concurrerende verzekeraars, uit verschillende met elkaar concurrerende zorgaanbieders, ook regionaal en innovatieve toetreders die het goedkoper en beter kunnen. Het een kan niet samen met het ander. Directoraat Generaal concurrentie heeft blijkbaar geen overleg met Directoraat Generaal samenwerking. (En met het Directoraat Generaal “marktsamenwerking” krijg je het ook niet voor elkaar)
Het ZiN staat te popelen om met doorzettingsmacht de standaarden en richtlijnen die het KwaliteitsInstituut heeft opgesteld er doorheen te duwen om het Budgettair Kader Zorg niet te overschrijden.
Verzekeraars hebben de regierol? Dacht het niet. De Minister houdt nog immer de handjes vast van de bestuurders van verzekeraars. De Regie voert nog immer het Ministerie zelf en de verzekeraars zijn niet meer dan peperdure toneelknechten die hand en spandiensten verlenen aan de Minister, de grote regisseur, die zo buiten beeld kan blijven. Het blijft immers een experimenteel zorgmodel, nog nimmer in de wereld vertoond. Iemand moet als schaampal fungeren en de voormalige ziekenfondsen zijn daartoe maar al te bereid gebleken; mochten de 10 miljard opgepottte ziekenfondspremies houden en winst maken zoveel zij maar wilden als zij maar binnen het BKZ bleven. De gezamenlijke spaarpot is dan ook opgelopen tot een 12 miljard euro. Allemaal de facto belastinggelden! En dat mag allemaal in dit land.
Vergeet niet het ‘basispad’. De continuïteit van het Regeringsbeleid ongeacht samenstelling van de Regering, Tweede Kamer en Eerste Kamer. Die continuïteit wordt bewaakt door de Ministeries van Fin, VWS en EL&I.
En het CDA weet daar alles van. Populistische politiek kan het optreden van het CDA als tijdelijke ‘oppositie ‘ partij dan ook niet worden genoemd.
Yes, Minister.
ANH Jansen
6 december 2012 / 14:29En de grote Regisseur achter de schermen, het is een experiment en als het mislukt ligt het aan de toneelknechten, gaat verder:
“De curatieve zorg bevindt zich in een overgangsfase. Die overgang is precair. Inmiddels zijn de ziekenhuizen overgegaan op prestatiebekostiging. De geestelijke gezondheidszorg gaat in 2013 daartoe over. Om deze overgangen zorgvuldig te laten verlopen, zijn transitiemodellen van kracht. Inherent aan overgangsmodellen is dat zij de transitie verzachten: afromen aan de bovenkant en opplussen aan de onderkant. Voor ziekenhuizen geldt dit transitiemodel in 2012 en 2013. Het transitiemodel voor de ggz heeft betrekking op 2013. Dat is dus een eenjarig transitiemodel. Daarnaast hebben we overgangsregelingen voor de kapitaallasten. In de ziekenhuizen loopt deze regeling tot en met 2016 en in de ggz tot en met 2017. In de medisch-specialistische zorg gaan we in 2015 over op integrale tarieven.
Deze transitie is uiterst kwetsbaar en vergt veel verantwoordelijkheidsgevoel van alle betrokkenen. Het gaat om een systeem waarin maar liefst 25 miljard omgaat. Van deze sectoren wordt een enorme omslag gevraagd: anders financieren, anders organiseren, andere verhoudingen in de ziekenhuiszorg en soms zelfs afstoten in plaats van aantrekken van zorg. Dat is niet op een achternamiddag geregeld. Na de stelselherziening van de zorgverzekering in 2006 is dit de tweede onontbeerlijke en broodnodige stelselherziening en we zitten er middenin. De gevolgen van deze stelselherziening in de tweede lijn hebben ook een gigantische impact op de eerste lijn, waarvan veel meer zal worden gevraagd. De eerste lijn zal dus moeten worden verstevigd om dit aan te kunnen. De huisarts zal moeten worden verstevigd om dit aan te kunnen, met de wijkverpleegkundige, de specialistisch verpleegkundige en de praktijkondersteuning bij huisarts en ggz; kortom: met taakherschikking en taakversterking. Het tegengaan van versnippering en een goede afstemming en communicatie vergen hierbij speciale aandacht.
Verslag Tweede Kamer bespreking Begroting VWS 2013. Zal gewoon worden goedgekeurd. Cie Baarsma inclusief. Heeft met democratie niets meer te maken en al helemaal niets meer met ‘gereguleerde marktwerking’.
Voer dan het NHS/Scandinavisch model maar direct in. Dat is wel zo netjes tov de burgers in dit land. Weten zij waar ze aan toe zijn. (En kunnen de opgepotte 12 miljard euro ziekenfondspremies en winsten weer terug in de schatkist)
Maar ja. Martin van Rijn durft doodleuk te beweren dat omzetting van Recht op Zorg naar een voorziening een betering inhoudt en dat daarbij een kwaliteitslag wordt gemaakt: meer voor minder!
ANH Jansen
6 december 2012 / 14:56