Praktijkoverdracht

Wat voor de eeuwwisseling nog moeilijk voorstelbaar was, is de laatste jaren een bekend fenomeen geworden: in steeds meer domeinen worden zorgpraktijken eigendom van commerciële partijen, ook wel ketens genoemd. Onze wetgever heeft hiervoor de ruimte gegeven in het kader van marktwerking om zo de concurrentie te bevorderen. Wanneer een praktijkhouder zijn praktijk in verband met pensionering wenst over te dragen, dan kan hij zich wenden tot een commerciële partij, bijvoorbeeld als een geschikte opvolger niet direct gevonden wordt. Ook een hogere prijs kan een overweging zijn om met een keten in zee te gaan.

Welke aspecten komen hierbij kijken? Commerciële partijen zullen soms meer betalen, maar proberen de hogere prijs vaak weer terug te verdienen door te besparen op de personeelskosten. Dan volgt er een reorganisatie direct na de overdracht. 

‘De overdracht aan een keten is zakelijk ingesteld’

Iets anders is, dat een keten voor de overname toestemming dient te krijgen van de Nederlandse Zorgautoriteit in verband met de mogelijke concentratiemacht. Verder zie je dat ketens voorafgaand aan een overdacht zeer uitgebreid onderzoek doen naar het reilen en zeilen van de praktijk, een zogenaamd due-diligenceonderzoek. Een enkele keer wordt de uitkomst hiervan gebruikt om de prijs opnieuw ter discussie te stellen. Tevens worden er uitgebreide garanties en vrijwaringen afgegeven om de commerciële partij ervan te verzekeren dat eventuele claims uit het verleden kunnen worden teruggevorderd op de praktijkhouder. Kortom, de overdracht aan een keten is over het algemeen zakelijk ingesteld en het karakter van de praktijk kan sterk veranderen. Dat is wel de belangrijkste reden, waarom de meeste praktijkhouders toch kiezen voor een overdracht aan een collega. Zij hebben vele jaren met ziel en zaligheid in de praktijk gewerkt en zien hun ‘kindje’ liever in handen komen van een opvolger die de praktijk met dezelfde aandacht voor de patiënten en personeel zal voortzetten. 

Delen