Praktijkvariatie

“Vroeger was excellente zorg gebaseerd op reputatie. De zorg die ik leverde was uitstekend, omdat ik bekend stond als expert. Maar dat is lang geleden, voor de tijd van onderzoek naar medische uitkomsten. Die onderzoeken zijn voor medisch specialisten soms pijnlijk onthullend.” Aan het woord is James Brent, hoofd kwaliteit van Intermountain Healthcare in Utah (VS) en al heel lang bezig met het in kaart brengen van praktijkvariatie tussen medisch specialisten.

‘Trust me, I’m a doctor’ is niet meer van deze tijd

In slechts vier zinnen legt Brent bloot waarom het aloude credo ‘trust me, I’m a doctor’ niet meer van deze tijd is. Praktijkvariatie bestaat, en het kost levens. En die praktijkvariatie gericht aanpakken redt levens. Kijk bijvoorbeeld naar het sterftecijfer voor bloedvergiftiging, dat bij Intermountain door het aanpakken van de praktijkvariatie daalde van 20,2 naar 8 procent. Uit de woorden van Brent blijkt duidelijk dat het terugdringen van praktijkvariatie monnikenwerk is. Het vraagt om een standaard voor wat goede zorg is, als basis voor het vergelijken van afwijkingen. Brent zegt hierbij sceptisch te zijn over de richtlijnen die medische experts opstellen.

Het verschijnen van een aangepaste richtlijn van een medische beroepsvereniging in Nederland is soms de aanleiding voor een interview dat ik doe. Als ik dan vraag waarom herziening van de richtlijn nodig was, krijg ik als antwoord: “De laatste was alweer vijf jaar oud, dus het werd wel tijd.” Bij Intermountain is per richtlijn gemiddeld sprake van 195 aanpassingen per jaar. Ook een behoorlijke praktijkvariatie.

Delen