Ruimte geven
Tijdens het recente Ontbijt met de minister, de jaarlijkse toelichting op de begroting van het ministerie van VWS, deed Fleur Agema de oproep “Kom met ideeën”. Een kleine maand later werd tijdens de begrotingsbehandeling van haar ministerie in de Tweede Kamer pijnlijk duidelijk hoe weinig concrete ideeën zij zelf tot nu toe heeft.
Gisteren kreeg ze er weer een, van hoogleraar gezondheidseconomie en dementie Marcel Canoy: bezuinig niet op preventie maar laat de burger meer zelf doen. Minder een beroep doen op de professionele zorg dus en meer gebruikmaken van burgers die op zoek zijn naar zingeving. Ruimte geven aan burgerinitiatieven. Austerlitz is daarvan het sprekende voorbeeld. Maar het nadeel van sprekende voorbeelden die te vaak worden aangehaald, is dat ze zo pijnlijk duidelijk maken dat er nog steeds te weinig andere goede voorbeelden zijn om naar te verwijzen.
‘Burgerinitiatieven worden vaker gefrustreerd dan gefaciliteerd’
Dat komt omdat burgerinitiatieven vaker worden gefrustreerd dan gefaciliteerd en dat is triest. Want in goed georganiseerde burgerinitiatieven zit heel veel potentieel om mensen bij elkaar te brengen, om eenzaamheid te voorkomen, dingen voor elkaar over te hebben en zo zorgkosten te besparen. Triple aim, wat wil je nog meer? Een heel concreet idee dus, en de minister krijgt het op een presenteerblaadje: minder problemen voor mensen willen oplossen binnen de zorg. Ze kunnen het prima zelf. Als je ze maar de ruimte geeft.