Samenhang

Het is een intrigerende vraag die Laura Blomaard (arts en adviseur bij Zorgvuldig Advies) stelt: “Iedere inwoner van Nederland moet dezelfde solide basis aan publieke gezondheid worden geboden, onafhankelijk van waar zijn of haar wieg staat. Maar is dat op dit moment ook zo?”  

Ze zet op een rij hoeveel fte per 100.000 inwoners en hoeveel jaarlijks budget gemeenten hebben voor gezondheidsbevordering. De verschillen blijken enorm. Maar of dit ook betekent dat in de ene gemeente meer en betere gezondheidsbevordering plaatsvindt dan in de andere, is onduidelijk. “Je wieg kan op dit moment misschien beter in Amsterdam staan dan in Rotterdam, en dat is kwalijk”, stelt Blomaard. Dat ze het woord ‘misschien’ moet gebruiken, is zo mogelijk nog kwalijker. Want als je het niet weet, weet je ook niet of verbetering nodig is en hoe je die kunt bewerkstelligen. 

‘De gemeentelijke budgetten voor gezondheidsbevordering verschillen onderling enorm’

Terecht stelt ze dan ook dat de uitvoering door de GGD’en van het terugdringen van gezondheidsverschillen gemonitord moet worden. Dit is niet alleen van evident belang voor de GGD’en zelf, om tot optimale invulling te komen van haar taak op het gebied van de publieke gezondheidszorg; het is van even groot belang om het Integraal Zorgakkoord, waarin het kader Passende Zorg een belangrijk uitgangspunt vormt, tot een succes te maken. Dit kader bevat elementen die ook op de publieke gezondheidszorg betrekking hebben. Als die niet op orde is, is de basis om te komen tot passende zorg – en dus om de afspraken uit het Integraal Zorgakkoord succesvol ten uitvoer te brengen – ook niet op orde.  

Delen