Samenwerking artsen kan beter
Patiënten vinden het niet erg om door meerdere artsen te worden behandeld, mits deze goed samenwerken. Dit blijkt uit onderzoek van het onderzoeksinstituut NIVEL en artsenorganisatie KNMG.
Als de informatie over klacht en behandeling goed wordt overgedragen, is dit volgens zowel zorggebruikers als artsen geen probleem. Maar afstemming en informatieoverdracht zijn nu vaak nog onder de maat.
Een grote meerderheid van zowel artsen (85 procent) als zorggebruikers (88 procent) vindt het vervelend als patiënten niet steeds bij dezelfde arts terechtkunnen. Wel denkt 55 procent van de artsen en 60 procent van de zorggebruikers dat veel patiënten bereid zijn naar een andere arts te gaan als de informatie over de klacht en behandeling goed wordt overgedragen, zodat ze niet steeds opnieuw hetzelfde verhaal hoeven te vertellen.
Afstemming en informatieoverdracht zijn nu echter nog onder de maat volgens zowel zorggebruikers als artsen. Slechts 18 procent van de zorggebruikers en een kwart van de artsen denkt dat duidelijk is welke arts de zorg coördineert. Verder heeft ruim een kwart van de zorggebruikers geen idee of dit goed is geregeld. Volgens bijna twee derde van de zorggebruikers en bijna 40 procent van de artsen is de gebrekkige samenwerking te wijten aan het feit dat artsen niet hebben geleerd om met elkaar samen te werken. De uitkomsten van het onderzoek komen overeen met een onderzoek uit 2003. Er is sindsdien geen verbetering zichtbaar.
Om de samenwerking te verbeteren heeft de KNMG de handreiking ‘Verantwoordelijkheidsverdelingin de zorg’ (pdf) uitgebracht, waar veel zorgpartijen zich aan hebben verbonden. De handreiking bevat dertien concrete aandachtspunten voor een goede organisatie van de zorgverlening als de patiënt bij meer zorgverleners tegelijk in behandeling is, zoals: benoem één aanspreekpunt voor patiënten en familie, spreek duidelijk af wie de zorg rond de patiënt coördineert en maak afspraken over informatie-uitwisseling. De handreiking maakt ook cliënten duidelijk wat zij van hun zorgverleners mogen verwachten. De Inspectie voor de Gezondheidszorg gebruikt de handreiking als veldnorm bij de toetsing van incidenten en calamiteiten. Bestuurders en professionals kunnen dus worden aangesproken op de naleving ervan.
Voor het onderzoek hebben bijna 1000 leden van het Consumentenpanel van het NIVEL en bijna 2000 leden van het KNMG-ledenpanel een vragenlijst ingevuld.