Schippers schiet door
Minister Edith Schippers omarmt de gedachte van de 24-uurseconomie. Ze vindt dat wijkverpleegkundigen, dokterspraktijken, openbare apotheken en fysiotherapiepraktijken 24 uur per dag bereikbaar moeten zijn. Zelfs Albert Heijn is tegenwoordig tot acht uur ’s avonds open, en hetzelfde moet gelden voor de basiszorg, is de gedachte.
Eerlijk gezegd begrijp ik niet zo goed waarmee ze bezig is. De huisarts is al 24 uur per dag aanwezig: overdag de eigen huisarts en ’s avonds en ’s nachts de huisartsenpost. Hetzelfde geldt voor de openbare farmacie, via de dienstapotheek. En de fysiotherapeut? Ik weet niet of ik me ’s ochtends om vijf uur wel wil laten behandelen als ik wakker word met een pijnlijke schouder. Dan draai ik mij liever nog een keer om.
Schippers wil werk maken van substitutie van zorg van tweede naar eerste lijn, dat is duidelijk. Die omslag is ook nodig. Maar moeten daarom overal in het land alle eerstelijns zorgaanbieders 24×7 beschikbaar zijn voor hun patiënten? Laat mijn huisarts alsjeblieft ‘s avonds de deur van zijn praktijk op slot draaien en naar huis gaan. Dat scheelt een burn-out. En de patiënt kan prima uit de voeten met de dichtstbijzijnde huisartsenpost. De dienstdoende huisarts daarvan komt zelfs langs als dat nodig is.
Vaak blijkt het overigens wel mee te vallen met de acuutheid van de zorgvraag in de avondlijke en nachtelijke uren. Goede triage op plaatsen waar huisartsenposten en afdelingen SEH van ziekenhuizen geïntegreerd werken, leert dat een groot deel van de zelfverwijzers niets op de SEH te zoeken heeft, maar net zo goed kan wachten tot de volgende ochtend de eigen huisarts weer paraat is. Die geïntegreerde samenwerking stimuleert dus substitutie van zorg. Investeer daar dan in, zou ik zeggen, en zorg voor goede digitale overdracht van patiëntgegevens.