Serieuze humor
De bezoekers van het In voor zorg-congres gisteren – en dat waren er heel veel – werden getrakteerd op een paar prachtige feelgood movies. Het congres ging over de transitie in de langdurige zorg. We zagen een jonge man die ontspoord was, maar die door gerichte hulp weer huisvesting en werk had. We zagen een oude, dementerende vrouw die dankzij naadloze samenwerking tussen mantelzorgers en zorgaanbieders thuis kon blijven wonen.
Een van de sprekers was de Apeldoornse wethouder Paul Blokhuis. Hij zei optimistisch te zijn over de slagingskans van het voorgenomen overheidsbeleid voor de langdurige zorg, maar zich zorgen te maken over het tempo. De gemeenten moeten de tijd krijgen om zich te profileren als serieuze gesprekspartners voor de zorgaanbieders en de zorgverzekeraars. En ze moeten de tijd krijgen om hun cliënten een beleids- en cultuurverandering uit te leggen op een moment dat nog onduidelijk is hoe de hiervoor bedoelde wetgeving precies gaat uitpakken.
Blokhuis vertelde dat zijn gemeente de moeite nam om met alle cliënten in gesprek te gaan over die op handen zijnde verandering, maar hij voegde eraan toe dat het enorm zou helpen als de overheid met een publiekscampagne kwam over het onderwerp. Dagvoorzitter Lennart Booij legde uit dat dit wettelijk nog niet toegestaan is voor wetgeving die nog onder constructie is. “Nou, dan zou ik die wet als eerste veranderen”, grapte Blokhuis daarop. Maar de serieuze ondertoon van zijn grap was duidelijk.