Simpele zorg

Een paar dagen geleden sprak Edith Schippers bij politiek café Piment in Apeldoorn over de toekomst van de streekziekenhuizen. Die zijn er straks alleen nog voor de basiszorg, zei ze, ze moeten zich toeleggen op de ‘simpele’ zorg. Wordt de zorgvraag complexer, dan moet de patiënt worden doorverwezen naar een beter geoutilleerd ziekenhuis wat verder weg, waarna de nazorg weer in het streekziekenhuis kan plaatsvinden.

Aan de manier waarop op social media wordt gereageerd op dit standpunt van de minister, merk ik dat het gedachtegoed van spreiding en concentratie dat zij voorstaat nog steeds niet overal goed is geland. Zulke lokale ziekenhuizen moet je helemaal niet willen sluiten, lees ik bijvoorbeeld. Maar dat is ook helemaal niet aan de orde, het is juist de bedoeling dat de basale zorg dichtbij huis geleverd blijft worden. Natuurlijk verandert een ziekenhuis dat deze basale zorg aanbiedt wel van karakter in vergelijking met hoe het tot voor kort was. We zijn er nog steeds aan gewend dat ieder ziekenhuis nagenoeg alle medische disciplines levert. Die situatie is onhoudbaar. Niet alleen omdat het voor een streekziekenhuis, waar de vraag naar de meer complexe zorg verhoudingsgewijs gering is, ondoenlijk is om bij alle behandelaren de medische expertise op peil te houden. Maar ook omdat het simpelweg niet kostenefficiënt is om in alle ziekenhuizen in ons land al die behandelaren aan het werk te houden, en te laten beschikken over de apparatuur en infrastructuur die voor dit meer complexe werk vereist is.

Gelukkig zie ik tegelijkertijd wel een lichtpuntje in de social media reacties op de stellingname van Schippers, namelijk dat die veelal van mensen komen die niet in ziekenhuizen werken. In de ziekenhuizen zelf hebben ze inmiddels wel door hoe de vlag erbij hangt.

Delen