Sluis

Tijdens een congres in Luxemburg in 1992 maakten chirurgen kennis met enkele tientallen endoscopische technieken. Via videoverbindingen naar diverse OK’s in Europa zagen de aanwezigen hoe met kleine kijkbuisjes werd geopereerd. In één geval ging het mis en moest de buik van de patiënt toch worden geopend. “Dan zien we nu een nieuwe endoscopische techniek: de open endoscopische chirurgie”, merkte de moderator droogjes op.

Het tekende hoe wetenschappelijk onvolwassen de toepassing van de op dat moment nieuwe endoscopische techniek nog was. Toch verhinderde dit talloze chirurgen – ook in Nederland – niet om er fors in te investeren en enthousiast mee aan de slag te gaan. Jaren later zagen we hetzelfde gebeuren bij de introductie van de Da Vinci operatierobot. Weer later zagen we de discussie over de centra voor protonentherapie.

‘Dure medische innovatie moet niet worden beoordeeld op de kosten, maar op de meerwaarde’

Nu ligt er de vraag of voor dure medische hulpmiddelen en medische technologie een sluis moet worden ingevoerd, zoals die ook voor geneesmiddelen bestaat. Dit naar aanleiding van een motie van D66 Kamerlid Rens Raemakers. In de discussie hierover ligt de focus op de kosten van medische technologie. Die markt maakt nu al 5 procent uit van de totale zorguitgaven, vergelijkbaar met de markt voor dure geneesmiddelen. Toch hoort de discussie niet te beginnen bij de kosten. Een sluis voor medische technologie moet in de eerste plaats dienen om de meerwaarde ervan aan te tonen. Pas als die duidelijk is, kan immers antwoord worden gegeven op de vraag of de investering die ermee gepaard gaat het waard is in termen van betere behandelkwaliteit en betere kwaliteit van leven van de patiënt.

In de discussie over de invoering van een sluis voor dure medische technologie moet de focus niet liggen op de kosten, maar op de meerwaarde

Delen