Specialistenkennis

De afgelopen tijd bezocht ik een paar medisch specialisten, en elke keer dat ik in de wachtkamer zat viel mij hetzelfde op. Namelijk dat je nergens anders waar je ooit komt, zo veel verschillende soorten mensen om je heen hebt. En dan bedoel ik: mensen met een onderling verschillende achtergrond, qua opleiding, beroep, welstand, culturele smaak, etnische identiteit.

Meestal zonder dat we dit beseffen, verloopt ons dagelijks leven grotendeels gesegregeerd. In de buurt waarin we wonen en op ons dagelijks werk, waar zich het grootste deel van het leven afspeelt, verkeren we nauwelijks in de fysieke nabijheid van mensen met een (heel) andere achtergrond; laat staan dat we met die anderen echt contact hebben. Dus weten we ook maar nauwelijks iets over wie al die andere (soorten) medeburgers zijn.

Tenzij je natuurlijk een beroep hebt waarin juist dat soort contact de dagelijkse praktijk is. Maar hoeveel zijn er hier nou van? En dan bedoel ik: écht contact, in de zin van in serieus gesprek zijn over zaken die raken aan echte vraagstukken van het leven. De politieagent die ons een bekeuring geeft, valt hiermee dus af, net als bijna alle overige soorten beroepsbeoefenaren. Behalve natuurlijk: de dokter.

En dan vooral de medisch specialist. Natuurlijk heeft ook een huisarts te maken met een sociale en culturele variëteit aan patiënten. Maar vaak zit hierin toch een dominant patroon, dat aansluit op de bevolkingssamenstelling van de buurt waarin een praktijk gevestigd is. Voor een specialist geldt dit veel minder: die werkt doorgaans vanuit een ziekenhuis met een dermate groot adherentiegebied dat er patiënten komen met de meest uiteenlopende achtergronden.

En omdat medisch specialisten ook veel met hun patiënten (moeten) práten, omwille van een goed persoonlijk contact en van een optimaal inzicht in wat er mogelijk aan de hand is, verwerven zij een unieke vorm van kennis van de moderne burgers. Kennis van wie zij zijn, wat hen beweegt, wat zij meemaken, wat hen bezighoudt. Kennis van hoe dit kan verschillen tussen bepaalde groepen en categorieën. En kennis, bij wat oudere specialisten, van hoe dit soort zaken in de loop der decennia is veranderd.

Kennis ook van een authenticiteit en directheid waar geen socioloog, (sociaal-)psycholoog of wat voor andere soort sociale wetenschapper aan kan tippen, omdat die zelf nooit zo’n persoonlijke vertrouwensrelatie hebben met hun objecten van onderzoek. Maar ook kennis, ben ik bang, waarmee buiten de specifieke context van de arts-patiënt relatie verder eigenlijk niks wordt gedaan. En dat is jammer. En daarom reden om hierop terug te komen, in eerstvolgende afleveringen van deze veertiendaagse blog.

Delen