Sportarts Suzanne Huurman: ‘Ik wil een eigen topkliniek’

interview / Suzanne Huurman

De carrière van alleskunner Suzanne Huurman gaat als een speer. Ze werkt onder andere bij Real Madrid en voor het olympisch vrouwenhandbalteam. Maar haar ambities reiken verder. “Om echt een verschil te kunnen maken, moet je aan het roer staan.”

Beeld Nout Steenkamp

Wie het Utrechtse appartement van Suzanne Huurman (33) binnenstapt, zou kunnen denken dat hij in een chique hotelsuite is beland. De inrichting is minimalistisch en modern. Veel zwart en wit, een leren bank, een glanzend kookeiland in een open keuken. Het interieur verraadt weinig over de bewoner. Of toch wel. Aan een kast bungelt een FIFA-sleutel­koord. Op het verder lege aanrecht prijken, naast een verse gemberwortel, twee kookboeken over tosti’s en smoothies. Vier citroengeraniums zorgen voor wat groen.

Dat Huurmans woning enigszins onpersoonlijk aandoet, is niet verwonderlijk. Ze brengt er namelijk gemiddeld maar vier dagen per maand door. Feitelijk is het appartement een pied-à-terre, want officieel woont ze in Madrid, de thuisstad van de rijkste voetbalclub ter wereld, waarvoor ze sinds 2019 werkt. Maar ze doet meer. Zo is ze bondsarts van het olympische vrouwenhandbalteam, huurt voetbalclub Manchester City haar regelmatig in als medisch consulent en geeft ze over de hele wereld lezingen over optimaal presteren. Nog los van haar baan als sportarts in het St. Antonius Ziekenhuis in Utrecht, waar ze in coronatijd samen met een collega een nieuwe afdeling sportgeneeskunde opzette.

“Kijk, dit is mijn agenda van de afgelopen maand”, zegt Huurman, terwijl ze er een papieren kalender op A3-formaat bij pakt. “Op geel gemarkeerde dagen ben ik in het buitenland. Afgelopen maand waren dat er 22.” Een tweede blik op de kalender leert dat ze de maand ervoor achtereenvolgens in Utrecht, Kopenhagen, Boston, Milaan, Utrecht, Lommel, Innsbruck, Madrid, Praag en Monaco verbleef. “Ik vlieg bizar veel. Helaas hoort dat bij een baan in het topvoetbal. Ter compensatie rijd ik in Madrid in een hybride Fiat 500 cabrio. En in Utrecht doe ik alles op mijn brakke omafiets. In Spanje heb ik trouwens ook een elektrische fiets. Maar fietsen doe je daar wel met gevaar voor eigen leven, want fietspaden kennen ze er niet.”

Real Madrid

Hoe wordt een Nederlandse sportarts op haar 29e clubarts bij Real Madrid? Met veel talent, een grote portie doorzettingsvermogen, een gezonde hoeveelheid zelfvertrouwen en een dosis geluk, zo lijkt het. “Tijdens mijn coschappen leerde ik een orthopeed kennen die clubarts was van Go Ahead Eagles”, vertelt Huurman. “Hij vroeg of ik het werk samen met hem wilde doen. Waarom niet?, dacht ik. Niet lang daarna stopte hij. Zo werd ik als eerstejaars AIOS verantwoordelijk voor het hele medische beleid van de club die toen Europees voetbal speelde. Van krachttrainingsprogramma’s en revalidaties tot wedstrijdbegeleiding en data-analyse.”

Het werk bleek haar op het lijf geschreven. “Ik ben heel prestatiegericht, wil overal het beste uit halen. Uit mezelf, maar ook uit spelers en een team. En heel fijn: sporters nemen je advies als sportarts bijna altijd ter harte. De compliance is groot. Dat geeft een enorme boost.”

Beeld Nout Steenkamp

Een half jaar voor haar afstuderen als sport­arts klopte PSV bij haar aan. Of ze het medische deel van de PSV Academy wilde opzetten, inclusief het medisch managen van het vrouwenteam. Van daaruit bleek de stap naar Real Madrid kleiner dan gedacht. “Als Champions League-dokters komen we jaarlijks bij elkaar om blessuredata te bespreken. Zo kreeg Real me in het vizier.”

In 2019 vroeg de Spaanse topclub of Huurman als consultant het medische beleid wilde uitzetten voor de aankoop van een vrouwenteam, Club Deportivo TACÓN, dat daarna verderging onder de naam Real Madrid Femenino. Een jaar later kwam ze bij Real in dienst, eerst als hoofd medische staf van de vrouwenpoot, inmiddels bij de mannen. “Als ik eerlijk ben, vind ik het makkelijker om met mannen te werken. Ze nemen geen blad voor de mond, zijn recht door zee. Bij vrouwen blijven zaken vaker onuitgesproken en dus onderhuids dooretteren.” 

‘Ik vind het makkelijker om met mannen dan met vrouwen te werken’

Gevraagd naar het bijzonderste wat ze bij de verschillende voetbalclubs heeft meegemaakt, blijft het lang stil. “Ik zou het echt niet weten”, zegt ze uiteindelijk. “Voor mij is een baan een baan. Al is mijn werkplek in Madrid natuurlijk wel uniek. Ciudad Deportiva Real Madrid is een mega sportstad; je hebt meer dan een half uur nodig om van de ene naar de andere kant te lopen. De negentig jeugdspelers die bij Real Madrid in opleiding zijn, wonen allemaal op het terrein. Onze totale medische staf bestaat uit zo’n 150 man, inclusief een cardioloog en een radioloog. Alles is tiptop verzorgd, van de velden en de wegen tot de vele tribunes en de kinderspeeltuinen voor het publiek. Ook medisch hebben we alleen het beste van het beste. Naast het veld staat de nieuwste 3 Tesla MRI-scan en we beschikken over fantastische hydrotherapiefaciliteiten. Je kunt het zo gek niet bedenken of het is er. Voor buitenstaanders klinkt het vast enorm bijzonder. Maar zo ervaar ik het dus niet. Ik doe gewoon mijn werk.”

Schot in de roos

Als kind droomde Huurman zeker niet van een carrière als sportarts. “Ik had lang geen idee wat ik wilde worden. Mijn opa en oma van vaders kant waren allebei huisarts. ‘Ga geneeskunde studeren. Dat is echt iets voor jou’, zeiden zij. Ze hadden samen een praktijk aan huis en waren voor mijn gevoel altijd aan het werk. Dat zag ik helemaal niet zitten. Maar omdat ik niks anders kon verzinnen, volgde ik hun advies toch op.”

Tegen de tijd dat ze in Nijmegen aan haar studie begon, had Huurman al heel wat meegemaakt. De eerste tien jaar van haar leven groeide ze op in Brazilië, waar haar ouders — allebei onderwijzer — een Nederlandstalige expatschool runden. Ze herinnert zich de tijd daar als één lange vakantie, met dagelijks zon, strand, voetbal en samba. Maar er zat ook een donkere kant aan het leven in het Zuid-Amerikaanse land. “Het was er erg onveilig. Ik moest altijd alert zijn, liet de hand van mijn ouders buiten nooit los. Onze school is toentertijd ook meerdere keren overvallen. We zijn onder schot gehouden en gegijzeld, een bewaker werd vermoord. Het was voor mijn ouders reden om me in 1998 mee terug te nemen naar Nederland. Ze wilden dat ik in vrijheid zou kunnen opgroeien.”

Eenmaal hier kwam Huurmans leven in een stroomversnelling. Bij haar turnvereniging drong ze razendsnel door tot de landelijke selectie. Op haar 16e haalde ze haar trainersdiploma en werd ze trainer van de eerste selectie, waar ze zelf net uit was gekomen. Niet lang daarna rondde ze haar vwo cum laude af en startte ze een eigen bijlesbureau, waar ze gedurende haar hele studie geneeskunde 24 uur per week zou werken.

Die studie werd volgens haar trouwens pas leuk toen ze met orthopedie in aanraking kwam. “Het bewegingsapparaat boeide me meteen. Maar uiteindelijk zag ik het toch niet zitten om tot mijn 70e aan de lopende band heupen en knieën in patiënten te timmeren.” Voor haar laatste coschap koos ze sportgeneeskunde, een in 2014 erkend specialisme. Het bleek een schot in de roos. “In de opleiding was er nul aandacht voor dit vakgebied, dus ik wist nauwelijks dat het bestond. Maar eenmaal daar voelde ik meteen: dit wil ik doen.”

Onbekend maakt onbemind

Toen Real Madrid haar vroeg om clubarts te worden, had Huurman één harde eis: ze wilde om de week twee dagen bij het St. Antonius Ziekenhuis in Utrecht kunnen blijven werken. “Voor mijn gevoel had ik nog onvoldoende vlieguren in het ziekenhuis gemaakt. Bovendien: bij sporters behandel je natuurlijk specifieke klachten. En als clubarts ben je vooral veel aan het managen. Daar word je geen betere dokter van.”

Beeld Nout Steenkamp

In 2020 benaderde collega-sportarts Belle van Meer Huurman met de vraag of ze samen met haar een nieuwe afdeling sportgeneeskunde wilde opzetten in het St. Antonius. “Van de Raad van Bestuur kregen we anderhalf jaar de tijd om aan te tonen dat de nieuwe afdeling van meerwaarde zou zijn voor het ziekenhuis.” Ze slaagden met vlag en wimpel; na afloop van de pilot stemden de andere specialismen unaniem in met de budgetverschuiving die nodig was om de afdeling een permanente plek in het ziekenhuis te geven.

“Vijftig procent van onze doorverwijzingen komt nu van collega-specialisten. Na behandeling houden sommige van hun patiënten klachten, met name als het gaat om belastbaarheid. Op onze poli doen we inspanningsdiagnostiek met ademgasanalyses. Zo kunnen we precies in kaart brengen waar het lichamelijk fout gaat met de belastbaarheid. Is het probleem cardiaal, pulmonaal, musculair dan wel metabool? Op basis van die data stellen we een individueel trainings­programma op. Daar behalen we goede resultaten mee, bijvoorbeeld bij patiënten die een hartoperatie hebben gehad of zijn behandeld voor long­kanker.”

Vindt Huurman dat haar vak door collega’s voldoende serieus wordt genomen? “In ons ziekenhuis zeker; onze wachtlijst is inmiddels ellenlang. Op andere plekken misschien nog niet altijd. Dat heeft vooral met onbekendheid te maken. Veel mensen denken nog steeds dat we alleen maar topsporters behandelen, maar dat is dus echt niet zo. Op onze poli zie ik ook veel ‘gewone’ patiënten. Die afwisseling maakt het voor mij juist zo leuk. Ik ben ervan overtuigd dat we sportgeneeskunde op veel meer manieren kosteneffectief kunnen inzetten. Bijvoorbeeld bij het trainen van patiënten voordat ze een zware operatie moeten ondergaan. Dat verkleint het risico op complicaties en vergroot de overlevingskans. Exercise is medicine.”

Aan het roer

Of het nu in het ziekenhuis is of bij topsportteams, overal waar Huurman komt, ziet ze kansen om de (sport)zorg te verbeteren. “Mijn ouders waren begin 20 toen ze vol idealen naar het buitenland vertrokken, eerst naar Saoedi-Arabië en daarna naar Zuid-Amerika. Ze waren ervan overtuigd dat het onderwijs beter kon, en wilden op hun eigen school invulling geven aan hun visie. Die drang naar vooruitgang zit dus in mijn bloed, net als het ondernemerschap. Hoe kan ik sportzorg zo goed mogelijk neer­zetten voor sporters en patiënten? Dat is de vraag die me constant bezighoudt. Inmiddels ben ik er wel achter dat ik aan het roer moet staan om echt een verschil te kunnen maken. Daarom heb ik afgelopen jaar de opleiding Organisational Leadership aan de Harvard Business School gevolgd.”

Ze weet precies wat ze komende jaren wil bereiken. Optimale revalidatiezorg van A tot Z, daar staat ze voor. Daarnaast is het haar ambitie om wereldwijd professionele sportclubs medisch te ontzorgen. “Binnen de kaders van een bestaande organisatie lukt het me niet om alles optimaal te regelen. Dus moet ik zelf een bedrijf starten. Mijn doel is een eigen topkliniek.”

Ondertussen staat haar tas voor een nieuwe trip alweer klaar. Die gaat naar Londen. En de volgende bestemming? Dat kan er maar één zijn: de top. Waar die dan ook is.

Curriculum vitae

Suzanne Huurman (1990), São Paulo, Brazilië

Beeld Nout Steenkamp

2008 – 2014 geneeskunde, Radboud Universiteit Nijmegen

2015 – 2018 AIOS sportgeneeskunde, CWZ, Nijmegen

2016 – 2018 teamarts Oranje Jeugdteams (voetbal, mannen)

2015 – 2018 hoofd medische staf Go Ahead Eagles

2017 UEFA Venue Medical Manager Women’s EURO

2018 – 2020 clubarts PSV, sportarts St. Anna Zorggroep, Geldrop

2018 – heden high performance expert NOC*NSF

2019 – 2020 consultant Real Madrid CF, eerste team heren en eerste team vrouwen

2020 – heden club- en sportarts Real Madrid

2020 – heden sportarts St. Antonius Ziekenhuis, Utrecht

2022 – heden bondsarts Oranje Handbalvrouwen

2022 – heden sports medicine consultant City Football Group

2022 – heden lid Advisory Board VEJOS

2024 Organisational Leadership, Harvard Business School

2024 – heden FIFA Match Doctor

2024 – heden bestuurslid van de European Sports Medicine Associates (ESMA), onderdeel van de European Society for Sports Traumatology, Knee Surgery and Arthroscopy (ESSKA)

Delen