Stok achter de deur
Het zorgveld blijft zelf verantwoordelijk voor het opstellen van kwaliteitscriteria en richtlijnen voor goede zorg, stelt Edith Schippers (VWS). Het Kwaliteitsinstituut voor de zorg, dat in 2013 actief moet zijn, grijpt alleen in als de wetenschappelijke verenigingen zich hierin onvoldoende actief tonen. Dit is geheel in lijn met wat Leon van Halder (directeur-generaal curatieve zorg VWS) zei toen ik hem een paar maanden geleden over het Kwaliteitsinstituut interviewde voor ZN Dossier. Hij zei dat het veld het werk moet doen en dat het instituut daarbij agenderend en ondersteunend wil zijn. Het kan dit bijvoorbeeld doen door een toetsingskader te bieden aan zorgstandaarden of ondersteuning te bieden bij het opstellen en implementeren van die standaarden.
Maar we zullen ook met de vuist op tafel slaan als dat nodig is, zei Van Halder er strijdlustig bij. Zal het nodig zijn? De Inspectie voor de Gezondheidszorg zit de wetenschappelijke verenigingen behoorlijk op de hielen om kwaliteitsrichtlijnen te ontwikkelen en ook de zorgverzekeraars zitten niet stil. Bovendien hebben de Orde van Medisch Specialisten en de 29 wetenschappelijke verenigingen eerder dit jaar al de Kwaliteitskoepel opgericht om richtlijnen en normen te ontwikkelen en implementeren.
Het is dus de vraag hoeveel dat Kwaliteitsinstituut in 2013 nog te doen krijgt als het eigenlijk van start gaat, en wat dan precies. Maar Van Halder wilde er niets van weten dat het misschien wel te laat komt. Het komt precies op het goede moment, stelde hij; als essentieel sluitstuk van de stelselwijziging, om de koppeling tussen kwaliteit, doelmatigheid en bekostiging te bewerkstelligen. Hij liet er geen misverstand over bestaan dat het Kwaliteitsinstituut moet worden gentegreerd in het College voor Zorgverzekeringen en dat het een rol moet krijgen in pakketbeheer. U bent gewaarschuwd.