Stop de persen
Elke keer als zich in een ziekenhuis een probleem voordoet op het gebied van infectiepreventie, liggen alle ziekenhuizen in het land onder het vergrootglas. Micro-organismen zijn aantrekkelijk voer voor nieuwsjagers. Ze zijn onzichtbaar en ongrijpbaar. En omdat patiënten eraan dood kunnen gaan, bieden ze alle ruimte om in te spelen op de emotie van de kijker of lezer.
Na het Maasstadziekenhuis is het nu Beth Shalom dat hiervan de wrange vruchten plukt. Niet dat de zaken ook maar op enigerlei wijze met elkaar te vergelijken zijn, of dat de omvang van de schade in Beth Shalom vergelijkbaar is met die in het Maasstadziekenhuis, maar dat deed er voor Nieuwsuur blijkbaar niet toe. Het Maasstadziekenhuis had te laat de gegevens naar buiten gebracht over de Klebsiella bacterie die waarschijnlijk 27 patiënten doodde, en dus had Beth Shalom meteen naar de pers moeten stappen om de MRSA-besmetting bekend te maken.
Heeft Nieuwsuur daar gelijk in? Nee natuurlijk. Beth Shalom heeft terecht gehandeld door direct volgens de geldende protocollen te reageren op de besmetting en alle betrokken partijen te informeren. De verschillen met hoe in het Maasstadziekenhuis is gehandeld, liggen er duimendik bovenop. Bovendien doen zich in Nederland jaarlijks zo’n drieduizend MRSA-besmettingen voor. De media zouden er dus zo’n acht per dag kunnen melden. Maar daar gaat het Nieuwsuur natuurlijk niet om. Het gaat over een besmetting en dus over emotie. Als Beth Shalom dit probleem een week voordat het nieuws over het Maasstadziekenhuis naar buiten kwam had gehad, had er geen haan naar gekraaid.