Terechte nieuwe rol IGZ
Veel ongenuanceerde reacties op het bericht dat de Inspectie voor de Gezondheidszorg gaat toezien op een gezonde leefstijl, in de trant van: de overheid mag zich niet met de leefstijl van de burger bemoeien. Daarom voor de goede orde maar even deze verzekering: de IGZ gaat zich niet bezighouden met de leefstijl van het individu.
Wat gaat ze dan wel doen? Ze gaat voor zes specifieke doelgroepen – zoals zwangere vrouwen, patiënten na een hartinfarct of bewoners in achterstandswijken – toezien of zorgaanbieders wel voldoende doen om deze mensen te begeleiden bij gezond leven. Voor twee van de zes doelgroepen – hartrevalidatie voor hartpatiënten en stoppen met roken tijdens de zwangerschap – bestaan al richtlijnen. En: toezicht op naleving van richtlijnen is de kerntaak van de IGZ.
Waarom dan die ophef over het feit dat ze dit nu ook ten aanzien van deze richtlijnen gaat doen? Ik heb werkelijk geen idee. Toegegeven, voor de andere vier doelgroepen bestaan nog geen richtlijnen. Maar voor drie van de vier daarvan zijn wel al samen met de veldpartijen bouwstenen ontwikkeld voor de leefstijlbegeleiding en randvoorwaarden voor de implementatie daarvan. Waarom zou de IGZ daarop niet mogen toezien?
Het verzet heeft iets kroms. We worden wel boos als we een zwangere vrouw zien roken. We vinden het volkomen verantwoord als een behandelaar haar aanraadt om hier ogenblikkelijk mee te stoppen. Er bestaat ook een richtlijn voor hoe die behandelaar met de adviesfunctie omtrent dit onderwerp dient om te gaan. Maar tóch mag de IGZ van een aantal mensen dus niet toezien of die behandelaar zich wel aan die richtlijn houdt. Wat mij betreft hoort iedere zorgprofessional de IGZ voor dit toezicht met open armen te ontvangen.
4 reacties
Ik vind dat het beheersbaar houden van de zorgkosten niet alleen een verantwoordelijkheid is van verzekeraars, overheid en zorgaanbieders maar zeker ook van de zorg’consument’. En dat goed gedrag beloond wordt en slecht gedrag niet lijkt mij niet meer dan logisch. En uiteraard moet dat op een goede manier gebeuren zodat mensen die echt zorg nodig hebben en daar niets aan kunnen doen daar geen last van hebben.
En trouwens: als ik mij slecht gedraag in het verkeer wordt het toch ook afgestraft?
Marcel Pater
3 december 2012 / 12:21Je hebt helemaal gelijk Marcel. Volgens critici gaat de Inspectie hiermee op de stoel van de behandelaar zitten, maar dat doet ze natuurlijk helemaal niet. Ze ziet toe op de vraag in hoeverre de behandelaar professioneel handelt.
Frank van Wijck
3 december 2012 / 13:06Wie zorgt voor een ander, zoals een ouder voor zijn kind maar ook een zorgaanbieder voor zijn cliënten, heeft de verantwoordelijkheid en de plicht om dit op een verantwoorde wijze te doen en het goede voorbeeld te geven. Binnen de GGZ zie ik meer mensen met een ongezond gewicht dan met een gezond gewicht. Binnen de GGZ zie ik maar al te vaak de Ranja en de suikerpotten op tafel staan en worden deze in overvloede genuttigd. Zo kan ik nog meer voorbeelden geven. Het is de verantwoordelijkheid van de zorgaanbieder om voeding op een verantwoorde wijze aan te bieden. Dat de IZG hier op gaat toezien lijkt mij een goede zaak en had eigenlijk al vele jaren eerder moeten gebeuren.
Mary Dekker
3 december 2012 / 13:38“”Nieuwe rol van de IGZ?
Hier een gedeelte van de brief van de Minister naar aanleiding van de SGZ van de IGZ. De Minister heeft de Agenda voor de Zorg gelezen en gaat de 14 partijen eraan houden: jullie zeggen dit, dus jullie moet dat doen om het ook waar te maken wat jullie schrijven: het is een Agenda of het is het niet. Papier is geduldig, maar dat geldt alleen voor ambtenaren.
Aan PR , Spin of Frame heeft deze Minister een zusje dood. Daar doet ze niet aan.
“In de SGZ heeft de IGZ onderzoek gedaan naar de inspanningen van zorgverleners om gezonde leefstijl bij zes kwetsbare groepen te bevorderen.
In twee van de onderzochte situaties bestonden er al professionele normen en richtlijnen waarop de inspectie concreet kon toetsen. De richtlijn Hartrevalidatie, met daarin leefstijlbegeleiding, werd onvoldoende nageleefd. De IGZ gaat hier eind 2012 weer op toetsen. Bij de begeleiding van zwangere vrouwen bij het stoppen met roken door verloskundigen is aanzienlijke vooruitgang geboekt maar zijn nog verbeteringen nodig. IGZ heeft hierover afspraken gemaakt met de beroepsorganisaties.
In de vier andere situaties heeft de Inspectie met betrokken veldpartijen vastgesteld welke redelijke inspanning van zorgverleners verwacht mag worden (bouwstenen) en onderzoek gedaan naar de haalbaarheid en implementatie daarvan. Het ging om:
Kenmerk
PG/OGZ 3142652
Pagina 3 van 4
– Leefstijlbegeleiding van patiënten die langdurig in GGZ-instellingen verblijven en antipsychotica gebruiken;
– Leefstijlbegeleiding van jongeren met een licht verstandelijke beperking in orthopedische behandelcentra (OBC’s);
– Begeleiding bij het meer bewegen door ouderen in verpleeg- en verzorgingshuizen;
– Integrale aanpak van leefstijlbegeleiding van bewoners in achterstandswijken.
De IGZ heeft ook in deze situaties een vervolgtraject bepaald.
De IGZ komt met drie concrete aanbevelingen waarop wij kort reageren.
1. Ontwikkeling en implementatie van normen en richtlijnen voor andere kwetsbare groepen.
2. Zorgstellingen moeten leefstijlbegeleiding opnemen in beleid en individuele zorgplannen
3. Mogelijkheid verkennen van een certificaat ‘Gezonde instelling’.
Wij delen de conclusie dat leefstijlbegeleiding voor meer groepen in de zorg belangrijk is dan de groepen die in het rapport zijn genoemd. Leefstijlbegeleiding vanuit de zorg kan ook voor bepaalde risicogroepen relevant zijn. Hiervoor is ook in het veld steeds meer draagvlak.
Veldpartijen hebben in De agenda voor de zorg aangegeven zich meer te willen richten op gezondheid en gezond gedrag in plaats van ziekte en zorg. Daarbij hebben ze ook het voornemen uitgesproken cliënten aan te spreken op hun leefstijl en gezond gedrag te stimuleren.
Wij hebben er dan ook het vertrouwen dat deze voornemens samen met de stimulerende en toezichthoudende rol van de inspectie leiden tot effectievere leefstijlondersteuning in de zorg.
Het idee van een vignettensysteem voor zorginstellingen laten wij over aan de veldpartijen. Dit zijn zorginstellingen, maar zeker zo belangrijk zijn in dit verband, de consumenten- en cliëntenorganisaties. Zij kunnen beoordelen of een dergelijk instrument nuttig is. Daarbij moet worden meegenomen wat de meerwaarde is ten opzichte van de kwaliteitsinstrumenten die al bestaan: zorginstellingen behoren zorg te leveren conform hun taak en de richtlijnen.
–Tja. De Agenda voor de Zorg. De KNMP was er buiten gelaten omdat de extramurale farmacie in de ogen van de 14 overige koepels geen rol van betekenis meer heeft in de zorg; waardeloze toevoeging om met de directeur van Plurifarm te spreken.
Hoe gaan de huisartsen dit opknappen? Achter de voordeur kijken? In bed kruipen om te zien of men zich aan de richtlijnen houdt?
Vergadertijgers hebben zich verslikt in de Agenda voor de Zorg. Papier is geduldig dachten zij, maar zij vergissen zich in deze Minister en haar 15.000 VWS ambtenaren; die zien een kans voor open doel om de toegevoegde waarde van de ambtenaar aan de maatschappij te bewijzen. Van ZZ naar GG. Dat is beleid van VWS en dat zullen de ondertekenaars van de Agenda voor de Zorg moeten waarmaken.
Economen van Erasmus stellen echter; van ZZ naar GG? Nee, nee!. Dat gaat de kosten van de zorg alleen maar verder doen oplopen.
Men leze het preadvies. 249 pagina’s papier, maar deze keer goed onderbouwd. Maar dat is niet aan GMT VWS of VWS besteed.
ANH Jansen
4 december 2012 / 00:52