Tijd voor nieuw bloed
Geert Blijham schuwt de stoere taal niet. Als toezichthouder wil hij de beste mensen in de raad van bestuur hebben en dat mag wat kosten. “Als dat betekent dat ik mij als toezichthouder niet aan de salarisnorm hou, dan moeten ze me maar in gevangenis stoppen”, zegt hij in Skipr. “Ik ben bereid burgerlijk ongehoorzaam te zijn.”
Een beetje té stoer, vind ik persoonlijk. In de gevangenis stoppen is helemaal niet nodig. Het volstaat als Blijham en consorten achter de geraniums verdwijnen en plaatsmaken voor nieuw bloed.
Blijham kan wel stellen dat op basis van de Wet Normering Topinkomens niet de beste mensen te vinden zijn voor bestuursfuncties in de zorg, maar dan vraag ik mij af wat zijn definitie van ‘beste mensen’ is. Zijn dit de jonge talenten die op basis van dienend leiderschap mede vorm willen geven aan de transitie die zowel in de ziekenhuiszorg als bij de aanbieders van langdurige zorg nodig is, en die niet voor het geld maar voor de inhoud gaan? Of zijn dit de bekende namen uit het old boys netwerk die steeds weer op nieuwe plekken opduiken, ook als ze op een eerdere positie dingen hebben gedaan op basis waarvan forse vraagtekens te plaatsen zijn bij hun competentie als zorgbestuurder? Helaas worden zij daarop onvoldoende afgerekend, en blijkt hun know who nog steeds doorslaggevender dan hun know how. Zo lang dat niet verandert, ligt de gevreesde immobiliteit in de top van de zorg, waarvoor verschillende governance-deskundigen (eveneens in Skipr) waarschuwen, inderdaad voor de hand.