To see or not to see

Van de week, op m’n fietsje onderweg naar huis, zag ik iemand die moeilijk liep; je zou het mank kunnen noemen. Onwillekeurig schiet er dan een pathway aan in mijn getrainde dokter-in-de-dopse brein. Wat zou er aan de hand kunnen zijn? Wat is mijn differentiaal diagnose op dit moment?

Maar er werd ook nog iets anders wakker in me. Een besef dat deze persoon niet anders kan dan laten zien dat er iets aan de hand is. En dat iedereen dat ziet; die persoon misschien wel uitgebreid aanstaart, of juist wegkijkt.

En er dansten gelijk flarden van herinneringen door me heen van verhalen van mensen die dat moeilijk vinden, dat het zo zichtbaar is dat ze ‘iets hebben’. Omdat ze hierdoor wellicht anders behandeld worden dan anderen. En gelijk was er ook een ander geluid, andere flarden, van andere verhalen. Van mensen die ziek zijn en waarbij er aan de buitenkant juist niets te zien is. Met een verzuchting als: ‘Ik wou dat mensen konden zien dat ik ziek ben.’ Omdat er hoge verwachtingen zijn van buitenaf, of omdat ze op onbegrip stuiten als ze iets niet kunnen leveren of presteren.

Verhalen die elkaar uit lijken te sluiten. Blijkbaar is er dan geen optimale situatie denkbaar. Of toch wel? Wat ik me zo al fietsend realiseerde , is dat het er volgens mij om gaat verder te kijken dan je eerste indruk. Verder te kijken dan het buitenkantje wat je tegenkomt. En om werkelijk te zien. ‘Hai, wie ben je?’ Écht te kijken, in plaats van op je eerste indruk je conclusies te trekken en van daaruit contact te maken.

Eigenlijk geldt dit voor alle mensen die je ontmoet. Wel of niet ziek. Wel of niet in een rolstoel. Wel of geen hoofddoekje om. Wel of geen vluchteling. We zijn nou eenmaal zó bedraad, dat een vooroordeel binnen no time z’n neus laat zien. Ook bij mij. Maar oh, wat wil ik graag telkens opnieuw kijken. Nieuwsgierig zijn.

To see or not to see, dat is de vraag…

Delen