Toekomstscenario
In de berichtgeving over de problemen waarin ziekenhuis Bernhoven nu verkeert, vallen twee zinnen op. En die twee zinnen hebben alles met elkaar te maken; ze liggen in elkaars verlengde. Samen zeggen ze veel over de toekomstkansen van dit kleine Udense ziekenhuis. En eigenlijk ook over de toekomst van andere kleine ziekenhuizen in ons land.
De eerste is deze, door de Volkskrant opgetekend uit de mond van interim-bestuurder Hans Feenstra: “Wij willen in onze regio een volwaardig klein algemeen ziekenhuis blijven, waar iedereen voor alles binnen kan komen.” Die wens mag er dan zijn, maar in een “veredelde poli van een groot ziekenhuis” (Feenstra’s woordkeus) kan dit ook. Alleen gebeurt daar dan achter de voordeur niet zoveel meer.
‘Een ziekenhuis zonder 24/7 functionerende SEH is al geen volwaardig ziekenhuis meer’
De tweede zin lezen we van Feenstra op de website van Zorgvisie: “Wij hebben geen concrete plannen voor afschaling van de SEH.” Ook weer een zinnetje dat duidt op de wens Bernhoven een volwaardig algemeen ziekenhuis te laten blijven. Maar Feenstra laat het wel meteen volgen door: “Er zijn in deze regio binnen een straal van 30 kilometer enkele SEH’s. Ik weet niet of het efficiënt is om die ’s nachts allemaal open te houden.” De vraag stellen is hem beantwoorden. En over die vraag denkt niet alleen Feenstra na. Dat doen die ziekenhuizen in de regio ook, net als het ministerie van VWS, Zorginstituut Nederland en de zorgverzekeraars. En een ziekenhuis zonder 24/7 functionerende SEH is al geen volwaardig ziekenhuis meer.
De afdronk van de twee genoemde citaten is dan ook vooral dat Feenstra wel degelijk lijkt te beseffen wat voor Bernhoven het meest voor de hand liggende toekomstscenario is.