Traag van begrip

Wie de uitspraak van de rechter over de fusiewens van Albert Schweitzer ziekenhuis en de Rivas Zorggroep naleest, begrijpt waarom de rechter heeft besloten deze fusie te verbieden. Vooral deze zin uit punt 11.1 van het verslag is veelzeggend: “Op de aldus afgebakende relevante markten hebben partijen een hoog gezamenlijk marktaandeel, namelijk op de markt voor klinische algemene ziekenhuiszorg 70-80% en niet-klinische algemene ziekenhuiszorg 70-80%”. Met andere woorden: als die fusie had mogen doorgaan, was er voor verzekerden nauwelijks meer wat te kiezen geweest, en was de onderhandelingspositie van de zorgverzekeraars voor de ziekenhuiszorg in de regio nagenoeg tot nul gereduceerd. Door de fusie zou (zie punt 11.4) voor de ene partij een belangrijke concurrent zijn weggevallen en voor de andere zelfs de belangrijkste concurrent. Het fusieziekenhuis zou dus bijna alle macht in handen hebben. Too mighty to fail.

Veel opmerkelijker is dat de ACM tussen 2004 en 2015 zo veel fusies wél heeft goedgekeurd

De Autoriteit Consument & Markt heeft dan ook terecht gehandeld door de fusie te verbieden, aldus de rechter. Een uitspraak die eigenlijk niemand zou mogen verbazen. Veel opmerkelijker is dat de ACM tussen 2004 en 2015 zo veel fusies wél heeft goedgekeurd: maar liefst 26 van de 27 die haar in die jaren zijn voorgelegd. Het eind vorig jaar verschenen rapport Wijziging regelgeving markttoezicht in de zorg: niet doen! zette al die fusies op een rij en kwam bij die gefuseerde ziekenhuizen tot marktaandelen uiteenlopend van 60 tot zelfs 80 procent zonder ‘sprake van compenserende afnemersmacht aan de kant van de verzekeraars’. Vragen om moeilijkheden, dat begrijpt een kind. En dat begrijpen nu gelukkig dus ook de ACM en de rechter. Het werd tijd.

Delen