Twee heldere uitgangspunten
De ene huisartspraktijk verwijst drie keer zoveel patiënten door naar een medisch specialist als de andere. Dit verschil wordt niet of nauwelijks verklaard uit verschillen in de patiëntenpopulatie tussen huisartsenpraktijken. En hoewel patiëntkenmerken wel van invloed zijn op het verwijsgedrag van de huisarts, verklaren ook die niet de enorme variatie in de verwijscijfers. Het aantal M+I-verrichtingen, de afstand tot het ziekenhuis, het al dan niet volgen van geneesmiddelrichtlijnen, werkdruk, de aanwezigheid van een praktijkondersteuner, het maakt allemaal niet uit. De variatie is er niet uit te verklaren.
In het licht van de beoogde transitie van de zorg van tweede naar eerste lijn mag de ernst van dit nieuws – de uitkomst van Nivel-onderzoek – niet worden onderschat. Bestuursvoorzitter Theo Langejan van de Nederlandse Zorgautoriteit wees er laatst al op dat nog nauwelijks inzicht bestaat in de kwaliteit van de huisartsenzorg. De onderzoeksresultaten waarmee Nivel nu naar buiten komt, lijken dit te staven. Maar als het de bedoeling is dat zorgverzekeraars minder zorg in de tweede lijn gaan inkopen en meer in de eerste lijn, ligt het wel voor de hand dat ze iets willen weten over de kwaliteit van wat ze inkopen. En dat ze daarbij het aantal doorverwijzingen als een van de maatstaven voor die kwaliteit zullen nemen.
Slechts twee dingen kan Nivel op basis van het onderzoek wél positief concluderen: dat minder wordt verwezen door praktijken waar de richtlijnen rondom verwijzen goed worden gevolgd en dat duopraktijken minder vaak doorverwijzen dan solopraktijken. De twee openingsvragen van de zorgverzekeraars in de onderhandelingen voor de zorginkoop bij huisartsen zijn hiermee duidelijk.
10 reacties
Mooi hè?
Wakkere huisartsen.
Ze zijn er nog, hoewel het de minderheid betreft.
Je weet wel, collega’s die zich bij investeringen ( substitutie) nog eens achter de oren krabben.
Zij weten immers heel goed dat meerwerk door huisartsen het jaar daarna bestraft wordt middels budgetkorting.
Fraai overigens door het NIVEL in kaart gebracht.
Gaat Langejan dit aspect ook meenemen?
E.Kriek
31 oktober 2013 / 21:48“NIVEL-programmaleider prof. Dinny de Bakker: “Patiënten en zorgverleners uit eerste en tweede lijn staan open voor substitutie. Nu is het tijd voor een volgende stap: een gezamenlijke, gerichte inspanning van alle partijen, met een zekere financiële structuur die hiervoor ruimte creëert. ”
Ook het NIVEL benoemt dus nadrukkelijk het belang van financiële randvoorwaarden.
E.Kriek
31 oktober 2013 / 22:32De LHV benoemt dat belang ook. Net als de NZa trouwens.
Frank van Wijck
31 oktober 2013 / 22:48De nuance ontbreekt weer eens. Nivel zegt het toch allemaal wat genuanceerder dan FvW ons wil doen geloven.
Publicatie van Nivel is dan ook 109 pagina’s. Op basis waarvan heeft Nivel haar (beleids) aanbevelingen gedaan?
” er is ruimte voor substitutie Op basis van de literatuur, een discussiebijeenkomst onder zorgverleners en de mening van patiënten blijkt dat er ruimte is voor substitutie van zorg van de tweede lijn naar de eerste lijn voor meerdere aandoeningen.”
Nivel heeft zich beperkt tot een literatuurstudie. Theorie. Papagaaien is veel eenvoudiger dan zelf op onderzoek uit te gaan. Het veld in, de maatschappij in, zelf waarnemen wat er allemaal gebeurd en waarom dat allemaal gebeurd.
http://www.nivel.nl/sites/default/files/bestanden/Nivel_Kennisvraag_Substitutie_definitief_webversie.pdf
(Beleids)aanbevelingen
• Biedt (financiële) ruimte om de overlegstructuur tussen medisch specialisten en huisartsen te verbeteren en creëer daardoor ruimte voor substitutie.
• Bevorder de ontwikkeling van samenwerkingsstructuren die (eerder)terugverwijzen naar de eerste lijn stimuleren.
• Geef huisartsen en medisch specialisten meer ondersteuning en inzicht in het eigen handelen met betrekking tot (terug)verwijzingen.
• Richt het beleid gelijktijdig op de eerste en tweede lijn, opdat er een consistent beleid is.
• Bevorder de informatieoverdracht tussen de twee lijnen door het opstellen van een richtlijn voor het eenduidig uitwisselen van gegevens tussen huisarts en medisch specialist
De verzekeraars zullen wel uitkijken om de door FvW gesuggereerde vragen te stellen aan Orde en LHV.
Wat immers te doen met ziekenhuizen die nu overal in omliggende dorpen buitenpolies aan het oprichten zijn? Kosten worden zo verdubbeld: dubbele huisvestigingskosten voor ziekenhuizen, vastgoed buitenpolie en de eigen poliklinieken in het hoofdgebouw. En de reistijd van de medisch specialisten naar de buitenpolie.
De verzekeraars contracteren dit allemaal rustig; lumpsum financiering en afwentelen van financieel risico dragen daar zorg voor. De premie zal dus rustig blijven stijgen.
En waar zijn die buitenpolies gevestigd? Bij de huisartsenpraktijken? Eerste Lijn en Tweede Lijn op 1 locatie. Wie gaat de patiënt krijgen en wie de centen? DBC naar DOT biedt zeer veel mogelijkheden. Laat dat maar aan Orde, LHV en ZN/ZN-leden over.
Daar heeft Nivel nog geen literatuurstudie naar gedaan, laat staan van achter de computer gekropen om de werkelijkheid eens te bekijken.
De (beleids) aanbevelingen spreken voor zich.
De Orde hoeft niet bang te zijn dat de inkomens van Medisch Specialisten zullen dalen. En de huisartsen zullen delen in de winst.
Er is immers van consistent beleid geen sprake.
anh jansen
31 oktober 2013 / 23:39Die twee heldere uitgangspunten zijn zo helder dat je er dwars door heen kunt kijken…
GK Mitrasing
31 oktober 2013 / 23:45Twee heldere uitgangspunten moeten gaan gelden voor zorgverleners: voor geleverd werk moet worden betaald.
Nivel denkt daar anders over.
http://www.nivel.nl/nieuws/medicijnen-over-breng-ze-terug
NIVEL-onderzoekster Margreet Reitsma: “Je zou natuurlijk kleine hoeveelheden medicijnen kunnen verstrekken, dan houden mensen ook minder over. Maar, dan zouden mensen veel vaker naar de apotheek moeten komen en hebben die apotheken ook meer werk. Dat is niet handig en duurder.”
Maar dan wel:
NIVEL-onderzoekster Margreet Reitsma: “Apothekers zijn niet verplicht om medicijnen terug te nemen. Het zou wel goed zijn als ze het wel zouden doen. Niet alleen voor het milieu, maar ook omdat ze zo meer inzicht krijgen in redenen van patiënten om te stoppen met het gebruiken van medicijnen.”
–En dat allemaal gratis? Nivel vindt dat prima. Vraagt zich niet af hoe apothekersassistenten en apothekers worden betaald. Zij krijgt toch van Nivel iedere maand 7.500 euro overgemaakt? Dat krijgen die assistenten en apothekers toch ook?
Dat krijg je als je wereldbeeld bestaat uit literatuurstudies en een vast panel dat wordt ondervraagt .
Consumentenpanel Gezondheidszorg
Voor het onderzoek hebben 1300 leden van het Consumentenpanel Gezondheidszorg van het NIVEL een online of een papieren vragenlijst ingevuld. Dit panel bestaat uit bijna 9000 mensen van 18 jaar en ouder. Binnen dit panel verzamelt het NIVEL informatie over de meningen over de gezondheidszorg en de ervaringen hiermee onder de algemene bevolking in Nederland.
Subsidiënt
Ministerie van VWS
–En de Minister beslist uiteindelijk. Consistent beleid is gewenst, zegt het Nivel dan ook.
anh jansen
31 oktober 2013 / 23:46Ik substitueer zelf door mannen te steriliseren (www.devasman.nl) en controleer zelf mijn kwaliteit. Ben gewoon iemand uit het veld met een leuk en goed idee en voorzie in een behoefte bij patiënten. De kwaliteit van mijn vasectomiën is minstens gelijk aan die van het ziekenhuis. Dit heeft hoogst waarschijnlijk te maken met ‘dat ik weet wat ik doe’, ervaren ben en mijn leercurve heb doorlopen. Aan mijn substitutieproject is nog nooit ‘een overheidsdienaar’ of manager te pas gekomen. Was dat wel zo geweest dan was ik nu nog in de ‘praatfase’ en niet al daadwerkelijk ‘zorg’aan het substitueren. Ik lever aantoonbare goede kwaliteit, patiënt-tevredenheid en lagere kosten. Contacten met zorgverzekeraars over mijn substitutieproject en ideeën daarover zijn in het verleden op niks uitgelopen… Helaas. Als huisarts ben ik daarvoor ’te klein’, tenminste zo voel ik het en kwam e.e.a. over. Daar zit dus frustratie: hartstikke goede, makkelijk uitvoerbare plannen, concreet tot en met, maar niet interessant vanwege ‘het kleine getal’ (lees: euro). Maar, overheidsorganen, zorgverzekeraars en beleidsmakers zijn nog steeds welkom om te komen kennismaken, kwaliteit & werkwijze controleren. Volledig transparant en open en met een kopje koffie erbij. In en op mijn werkvloer dan graag, dan zien ‘ze’ ook een keer hoe die eruit ziet.
Jurriën Wind
1 november 2013 / 12:48@Jurriaan: Ik trek je kwaliteiten als uitvoerder van vasectomieën niet in twijfel, laat ik dat vooropstellen. Maar ik verbaas me wel over twee van je uitlatingen. Je zegt: “Ik controleer zelf mijn kwaliteit”. Zou je dat uitgangspunt klakkeloos accepteren van een medisch specialist die je wil opereren, of van een werkman die de elektriciteitsvoorziening in je huis komt herzien? Kwaliteitsstandaarden en extern toezicht op het voldoen daaraan bestaan toch niet voor niets, denk ik.
Een tweede punt: als je stelt dat de kwaliteit van je vasectomieën minstens gelijk is aan die van het ziekenhuis, vraag ik mij af hoe je dat weet. Ook een zorgverzekeraar zal die vraag stellen. En als verzekerde vind ik het terecht dat hij dit doet.
Frank van Wijck
1 november 2013 / 13:03Beste Frank. Ik zie al mijn vasectomiepatiënten zelf, ik beoordeel ze zelf op hun ‘steriliseerbaarheid’. Wanneer ik problemen voorzie, verwijs ik mannen voor de ingreep naar het ziekenhuis. Wanneer er bij de ingreep problemen zijn: ik constateer en signaleer ze zelf. Ook heb ik een post-operatief consult en vraag ik na of er complicaties zijn geweest. Mijn 06-nr.geef ik aan patiënten mee en soms wordt ik – bij problemen – hierop gebeld. Na 3 maanden laat ik sperma controleren en weet ik of de ingreep is geslaagd. Alle gegevens registreer ik. M.a.w.’ik zit er bovenop’, zo werk ik als arts nu eenmaal. Complicaties registreer en zie ik zelf dus….
In de huisartsenpraktijk wordt gewerkt met VERTROUWEN. Dat is een van de belangrijkste ‘zaken’ in mijn vak en een van de mooiste waarden die mijn vak in zich heeft. Vertrouwen, een gesprek met de dokter hebben en dan keuzes maken. Patiënten hebben vertrouwen in de dokter en geven zich over aan zijn / haar advies voor bijv. behandeling. Zo gaat dat voorafgaand aan een sterilisatie. Nog nooit ben ik om mijn ‘papiertje’ gevraagd of wilden patiënten mijn certificaat als dokter zien…. Vertouwen Frank!
Dat wat jij schetst: kwaliteitsstandaarden, ‘extern toezicht op’ heeft in mijn ogen met het omgekeerde te maken: met wantrouwen. Dat heeft te maken met ‘de dokter gaat het mogelijk niet goed doen’, met ‘kan hij of zij het wel’. Ik zie best het nut van kwaliteitsstandaarden in maar het is erg ver weg van mijn eigen spreekkamer. Ook strooien we – in mijn ogen – in Nederland veels te veel met dat soort dingen en kan de gezondheidszorg eraan kapot gaan! Geloof me, collega’s van mij leggen hun werk al neer vanwege dit soort ‘externe bemoeiienis’!
Hoe ik weet dat mijn getallen minstens gelijk zijn aan het ziekenhuis? Zie boven: zelf bijhouden van complicaties, succespercentages en die in de literatuur, met bestaande ziekenhuiscijfers vergelijken…. Groeten, JW
Jurriën Wind
1 november 2013 / 15:33Heldere uitleg Jurriën, dank je.
Frank van Wijck
1 november 2013 / 15:36