Uit de tijd

Dirk Stobbe (docent beroepsgerichte vakken RUG-farmacie) poneert een interessante stelling op de LinkedIn-discussiegroep Farmacie: “Merkwaardig dat de Orde van Medisch Specialisten komt met een richtlijn doelmatig voorschrijven, maar dat Marcel Daniëls (bestuurslid) vindt dat apothekers zich niet met therapeutische substitutie bezig mogen houden.” Hij heeft gelijk. Daniëls zei in een recent Nefarma-debat niets tegen het principe van het preferentiebeleid te hebben, maar liet ook doorschemeren als medisch specialist niet transparant te willen zijn over waarom hij wat voorschrijft. De apotheker mag hierin voor de medisch specialist geen rol spelen: “Apothekers hebben nu alleen inzicht in hetgeen een arts voorschrijft en niet in de diagnose waarop het recept is gebaseerd. Ik denk dat dit zo moet blijven. Anders gaan apothekers op de stoel van de arts zitten.”

Zou Daniëls niet beseffen hoe onhoudbaar dit is? Feitelijk zegt hij: laat mij met rust, in mijn behandelkamer maak ik zelf de dienst uit. Dan heeft hij van de soap over de ontwikkelingen in de zorg blijkbaar vier afleveringen gemist: transparantie, ketenzorg, preferentiebeleid en zorgverzekeraars. Als hij vaker had afgestemd op wat er buiten zijn behandelkamer gebeurt, had hij geweten dat tegenwoordig van zorgaanbieders wordt verwacht dat ze transparant zijn over wat ze doen en dat ze zich in ketenzorg sterk maken voor kwaliteitsverbetering en kostenbeheersing. Dan had hij kunnen inschatten dat de discussie over het preferentiebeleid in de tweede lijn een herhaling in verhoogd tempo zal zijn van wat zich al in de eerste lijn afspeelde. En dan had hij ook begrepen dat het er niet toe doet of hij wel of niet een rol ziet voor de apothekers. De zorgverzekeraars zullen die rol gewoon gaan afdwingen. Oude tijden zijn voorbij.

Delen