Uit ervaring

Met jaarlijks zo’n 4.500 promoties ligt het voor de hand dat die niet allemaal ‘baanbrekend’ zijn. Deze kwalificatie las ik gisteren op Twitter echter wel over het proefschrift van psychologe Alie Wierman: Ervaringsdeskundige zorg- en dienstverleners. Wierman is het niet eens met de stelling dat een hulpverlener die zelf ooit verslaafd of depressief was, hoort te zwijgen over zijn ervaringen. Ze vindt dat deze ervaringen de hulpverlening juist verrijken, als ze tenminste op de juiste manier worden ingezet. Weerman zet zich in voor integratie van eigen leerervaringen in de opleiding – en vervolgens in het werk – van sociaal pedagogisch hulpverleners en studenten die in de GGz willen gaan werken.

In Roosendaal werd de potentiële waarde van ervaringsdeskundigen al in 2013 onderkend. De professionals uit de zorg of van de gemeente die in deze Brabantse plaats een probleemgezin wilden bezoeken, bleven nogal eens voor een gesloten deur staan. Met de inzet van ervaringsdeskundigen ging die deur wel open. In een interview dat ik hierover had, zei Angela van Dongen, begeleider van ervaringsdeskundigen: “We zien nu de afbouw van de GGz-bedden, onder invloed van het huidige overheidsbeleid. Op zich een goede ontwikkeling, want ik weet uit eigen ervaring hoe traumatisch een opname in de GGz is. Dat wil je echt niet, dus als er alternatieven zijn, is dat heel goed. Maar vroegsignalering wordt dan wel steeds belangrijker. En het is de vraag in hoeverre je dit kunt overlaten aan hulpverleners of aan een gemeenteambtenaar. Het is de vraag in hoeverre deze mensen de taal spreken van degenen bij wie ze de vroegsignalering moeten doen. Wij doen dat wel.”

Het is waardevol dat Weerman dit gegeven nu in haar proefschrift bredere aandacht geeft. En ook dat juist zij het doet, want ze spreekt uit eigen ervaring.

Delen