Uitlaatklep – Zeilen
In ‘Uitlaatklep’ vertellen collega’s op welke manier zij even stoom afblazen en loskomen van de hectiek van alledag. In deze aflevering: fysio- en manueel therapeut Ingeborg Husen, locatiemanager bij TIM Fysiotherapie in Den Haag Zuidwest.
Tekst: Martijn Reinink | Beeld: De Beeldredaktie/Henriette Guest
Het is dinsdag. Morgen mag Ingeborg Husen (54) weer. Van mei tot september vinden in de haven van Scheveningen elke woensdagavond de Zomeravondwedstrijden plaats. In de herfst en winter zijn de zeilwedstrijden van Jachtclub Scheveningen op zondagmiddag. “De dag ervoor ben ik er al mee bezig: wanneer is het eb en vloed? Wat zijn de weersinvloeden? Woensdagavond zeilen is voor mij de break van de week: als ik thuiskom, heb ik het gevoel dat ik 1,5 dag weg ben geweest.” Terwijl de fysiotherapeut in werkelijkheid maar een uur op het water zit. “Een rondje om de kerk noemen we het gekscherend.”
De wedstrijdavond kent een vast ritueel. “Eerst wordt de route besproken: hier liggen de boeien. Dan de boot klaarmaken, op de motor de haven uit, de zeilen hijsen en dan gaat de motor uit. Het is even intensief en daarna helemaal zen op zee.” Al hangt dat een beetje af van de stroming en de windkracht. “Bij windkracht 5 en hoger wordt het minder ontspannend. Vind ik leuker, ik word graag uitgedaagd. Al is het ook een uitdaging om bij windkracht 1 het maximale uit de boot te halen.”
Fysiotherapeut Ingeborg Husen: ‘Helemaal zen op zee’
Husen is competitief ingesteld. “Het is niet dat we elkaar dwarszitten, maar met de boten uit de top 5 is het wel echt een strijd om de eerste plek.”
Vorig jaar won de fysiotherapeut met haar team het eindklassement. Al is de 13-meter lange zeilboot (voor kenners: een J/121 short handed boat) waar ze met z’n achten op zitten eigenlijk meer geschikt voor lange afstanden. “We doen ook mee aan wedstrijden van 100 mijl of meer naar Engeland. Dan zit je ook ’s nachts op zee. Zie je niks, hoor je alleen het water, dat is wel speciaal.”
Het lijkt haar helemaal speciaal om ooit de oceaan over te varen. “Van Spanje naar de British Virgin Islands. Dat is een droom.” Mét haar partner (“die zeilt ook, maar geen wedstrijden”) én een eigen zeilboot. “Dat moet wel een tweedehands-tweedehands worden, anders is het niet te betalen.”