Valkuilen

Wanneer u een praktijk overneemt of verkoopt, dan heeft u een hoop te bespreken en te regelen. Ik wil hierbij een paar valkuilen benoemen. Als eerste het risico om door de benaming van een overeenkomst op het verkeerde been gezet te worden, zoals bijvoorbeeld bij een intentieovereenkomst. De suggestie van de benaming roept de associatie op dat u een vrijblijvende overeenkomst met partijen aangaat. Echter, de benaming van de overeenkomst is irrelevant. Het gaat bij een overeenkomst om de inhoudelijke afspraken. Een intentieovereenkomst kan net zo bindend zijn voor partijen als elke andere overeenkomst. 

Een tweede valkuil: ongelijkwaardig in besprekingen stappen. Een een-op-een-overleg met een collega kunt u best zelf doen, maar zodra uw collega een adviseur bij het gesprek laat aanschuiven, dan is het in uw belang om ook een eigen adviseur mee te nemen. 

‘Een intentieovereenkomst kan bindend zijn’

Een ander aandachtspunt is dat wij vanuit onze sociale aard geneigd zijn om bij onderhandelingen toe te geven, terwijl dat achteraf niet in ons belang is. Let erop dat u toezeggingen doet die u ook kunt en wilt nakomen. Tevens is het van belang dat de afspraken schriftelijk vastgelegd worden. Een mondelinge afspraak is bindend, maar heeft in de praktijk minder waarde, gezien de bewijsbaarheid. 

Waar u ook op moet letten is de lengte van een overeenkomst. Een huurovereenkomst van 15 jaar heeft daadwerkelijk een financieel risico in zich, bijvoorbeeld wanneer u voor uw pensioen staat en u uw praktijk niet kunt overdragen. Tenslotte wil ik nog meegeven dat het in uw voordeel is om als partij zelf de overeenkomst op te stellen, aangezien u dan de touwtjes in handen heeft om de inhoud te bepalen. Uiteraard kan de andere partij inhoudelijk commentaar leveren, maar wel vanuit uw basis. Hopelijk weet u de valkuilen bij een overdracht te vermijden.    

lennard.werner@vvaa.nl

Delen