Valse noot

Het onderwerp van afgelopen vrijdag is nog niet afgerond, merk ik. Ik had het toen over fysiotherapeut Jansen die gebruikmaakt van een mogelijkheid in de polisvoorwaarden van zijn zorgverzekeraar om zelfstandig door te verwijzen naar een specialist. Blijkbaar is dit iets waarvan ik als marktdenker alleen maar voordelen zie, lees ik op enkele digitale fora over de zorg. Maar dat is een misvatting.

Dat deze directe doorverwijzing meerwaarde heeft voor de betrokken fysiotherapeut en medisch specialist, is duidelijk. Ze kunnen patiënten rechtstreeks naar elkaar doorspelen voor de operatie en de fysiotherapie achteraf. En ze kunnen de patiënt een tevreden gevoel geven door te zeggen: “Maak u geen zorgen, wij helpen u snel van uw klacht af. U belandt niet op een ziekenhuiswachtlijst”.

Dat lijkt allemaal heel mooi en het wekt de indruk dat iedereen erbij wint. Toch is dit de vraag. Normaal verwijst de fysiotherapeut terug naar de huisarts als hij een orthopedisch probleem vermoedt. Die concludeert dan op basis van onderzoek of doorverwijzing echt nodig is. Maar heel vaak zal de huisarts een afwachtend beleid voeren. Vooral als het om een hernia gaat, want van elke drie mensen met een hernia genezen er twee zonder dat een operatie nodig is.

Wie denkt (en opschrijft) dat ik alleen maar voordelen zie in deze directe doorverwijzing, legt mij dus woorden in de mond. Dat ik een marktdenker ben, klopt zeker. Maar marktinitiatieven moeten wel primair in het voordeel van de patiënt zijn.

Delen