Van onvoorstelbaar naar het nieuwe normaal

Een paar weken geleden zorgde ik voor mijn eerste patiënt met Corona. De patiënt lag op de buik aan de beademing in een isolatiekamer. Een beetje zenuwachtig begon ik met de aankleedprocedure. Op de muur genummerde foto’s van de stappen die ik moest nemen om mezelf veilig aan te kleden. Eerst mijn handen schoonmaken met alcohol, mondkapje op, even diep inademen om te zien of ik het kapje vacuüm kon trekken, spatbril, muts, isolatiejas en handschoenen aan. Direct voelde ik mezelf opgesloten in het pak en vooral het mondmasker. Ik was bang dat ik het aankleden niet goed gedaan had, niet genoeg beschermd zou zijn en zelf het virus zou oplopen. Na onderzoek van de patiënt was ik dolblij dat ik de isolatiekamer weer uit mocht en na de gedetailleerde uitkleedprocedure weer vrijuit kon ademen.

‘Wat nou als ik kriebel krijg aan mijn neus?’

Snel werd het anders: op de cohort afdeling, de afdeling waar meerdere mensen met Corona behandeld worden, sta ik de hele dienst volledig ingepakt. De eerste diensten vond ik dat nog onwennig en spannend, bang om op het cohort plots te moeten plassen (of erger), of ineens onverwacht ongesteld te worden. Hoeveel zal ik drinken voor ik de dienst start? Niet te veel, want dan moet ik meteen plassen, maar ook niet te weinig, want dan heb ik dorst. Als theefanaat miste ik mijn megamok thee tijdens het werk. Wat nou als ik kriebel krijg aan mijn neus? Waar laat ik mijn papieren overzicht van de patiënten, mijn pen en mijn pieper? Voor alles bleek een oplossing: de papieren vouw ik om het koord waarmee de isolatiejas dichtgaat, de pen en de pieper hangen ernaast. Hoeveel te drinken bleek een kwestie van trial-and-error.

Inmiddels ben ik (bijna) gewend geraakt aan het urenlang werken in isolatiepak en dankbaar voor het feit dat wij persoonlijke beschermingsmaterialen hebben. Hoe anders is het op sommige ander plekken! Ik neem het zoals het is: de soms pijnlijke striemen op mijn hoofd van de elastiekjes van het mondmasker, de afdruk van het masker op mijn gezicht dat ook na thuiskomst enkele uren blijft zitten, het eczeem op mijn polsen. Ik heb nog nooit zo genoten van mijn pauze waarbij ik even uit het cohort mag om aan mijn basale behoeften als toiletbezoek, eten en drinken te voldoen. Het grootste cadeau is nu als ik een dag op de ‘schone’ Intensive Care mag werken, gewoon met een hele grote mok thee en zorgeloos toiletbezoek!  

Delen