Vanzelf in de schijnwerpers
Veertien dagen heb ik kunnen nadenken over mijn roekeloze belofte, waarmee ik vorige keer afsloot, om iets zinnigs te zeggen over de ‘oogst van vijf dagen’ die ik toen opsomde. Dus over die lange lijst nieuwsberichten uit de gezondheidszorg, allemaal binnen een relatief kort tijdbestek, met een negatieve strekking. Over hoge afkoopsommen, diepe bestuurscrises, slepende ruzies, medische fouten, ingrijpen door OM en IGZ, gerommel met declaraties, falende communicatie en dure interim-bestuurders.
Zo’n lijst valt elke week wel te maken, en zelfs bijna elke dag, maar wat heeft dit nou te betekenen? Is het in de Nederlandse gezondheidszorg een onvergelijkbaar zootje? Of ligt het gewoon aan die media, die alleen maar slecht nieuws willen brengen? Ik denk geen van beide.
Al die berichten vond ik in de e-mailnieuwsbrieven van een paar vaktijdschriften voor de gezondheidszorg. Zelf ben ik redelijk vertrouwd met de Nederlandse vakbladenwereld in brede zin, door een tijd lang de jury voor te zitten die elk jaar de beste uitgave bekroont met de ‘LOF Prijs voor vakinformatie’. En wat ik toen vaststelde, was dat vakbladen voor de gezondheidszorg beter dan gemiddeld scoren op kwaliteit van de inhoud. Geen wonder daarom dat in 2010 die Lof Prijs belandde bij Medisch Contact, en dat Skipr er intussen al drie keer op rij voor is genomineerd. Die bladen doen dus goed hun werk, ook als ze daarbij veel problemen en affaires signaleren.
Zit het probleem dus bij de gezondheidszorg zelf? Nee en ja. Nee, omdat er geen reden is te denken daar meer wordt geruzied, verspild, gerommeld of gefaald dan in andere takken van bedrijvigheid. Maar het is wél zo, dat als dit soort dingen in de zorg gebeurt, dit sneller ‘nieuws’ wordt dan vergelijkbare incidenten in andere branches.
Want de gezondheidszorg is een publieke zaak. Zwaar door de overheid gereguleerd, en voor een groot deel ook via publieke middelen gefinancierd. Branches waarvoor dit niet of veel minder geldt, en die dus meer opereren binnen een ‘vrije markt’, op afstand van de overheid, functioneren vanzelf veel meer in de luwte. Als daar wordt geruzied, gerommeld en gefaald, blijft dit veel vaker buiten de publiciteit. Er zijn geen kiezers en belastingbetalers om direct verantwoording aan af te leggen, en geen politici en ambtenaren die zich meteen overal mee bemoeien. En dus ook minder media – die zelf vaak een soort van ‘publieke’ rol en verantwoordelijkheid ambiëren – die zo éxtra gemotiveerd zijn om dit allemaal van A tot Z boven tafel te brengen.
De meeste medisch professionals, blijkt steeds opnieuw uit onderzoek, moeten zelf niet veel hebben van (meer) marktwerking in de gezondheidszorg. Maar kiezen hiermee dus wél, misschien zonder het te beseffen, voor een permanente en felle belichting door de schijnwerpers van de publiciteit.
1 reactie
En dat is maar goed ook, zou ik willen toevoegen aan de laatste zin van dit blog. De zorgbranche in het algemeen en zorgprofessionals in het bijzonder, moeten zich – net als de politiek en politici – altijd onderwerpen aan controle van de media. Dat is inherent aan hun vak. De schijnwerpers van de pers kunnen niet fel genoeg zijn, wat mij betreft. Het is uiteraard aan de journalisten om de berichtgeving objectief, toetsbaar een naar waarheid te brengen en hoor en wederhoor toe te passen. Maar zoals hier ook al beschreven wordt, doet de vakpers dat in het algemeen zeer goed. De in dit blog beschreven situatie houdt alle partijen scherp en dat is goed voor de patient en daarmee voor ons allemaal. Ik moet er persoonlijk niet aan denken dat het anders zou zijn.
Groet! Marjan Enzlin (oud-zorgprofessional, vakjournalist en potentieel patiënt)
Marjan
20 juni 2012 / 10:42