Verkeerde inschatting

Slechts tien maanden heeft Jan de Vries directeur van ActiZ mogen zijn en zowel De Vries zelf als ActiZ zwijgen over de reden waarom hij enkele dagen geleden per direct zijn functie neerlegde. Voor wie het nieuws over de verpleeghuiszorg de laatste maanden heeft gevolgd, is het echter niet moeilijk een oorzaak voor de breuk aan te wijzen. Begin oktober werd bekend dat verpleeghuizen geen gegevens over de zorg meer wilden aanleveren aan de Inspectie voor de Gezondheidszorg. De vraagstelling was onduidelijk en de verwerking ervan was eerder dit jaar onzorgvuldig gebleken, liet ActiZ toen weten. Het is duidelijk dat hiermee werd gedoeld op de zwarte lijst van de elf slecht presterende verpleeghuizen door de Inspectie.

De Inspectie liet in een reactie op het bericht van ActiZ weten verbaasd te zijn over de weigering van de verpleeghuizen. “Wij kunnen ons niet voorstellen dat verpleeghuizen niet willen dat gegevens over de basisveiligheid transparant worden”, was de reactie. En staatssecretaris Martin van Rijn sloot zich hierbij aan door te stellen dat hij net als de Tweede Kamer de ontstane situatie onacceptabel vond, omdat het niet alleen betekent dat de Inspectie wordt belemmerd in haar werk, maar ook dat informatie niet beschikbaar komt aan cliënten en hun naasten.

Met de huidige politieke en media-aandacht voor kwaliteit van verpleeghuiszorg is dat inderdaad moeilijk te verkopen, ongeacht hoe verpleeghuizen tegen de uitvraag van de Inspectie of de publicatie van die zwarte lijst aankijken. Toch is het gedwongen afscheid van De Vries onfortuinlijk. Een interimdirecteur die als tussenpaus de lopende zaken waarneemt zal snel genoeg gevonden zijn. Maar die zal niet de bewegingsruimte krijgen die de volgende directeur wel weer moet krijgen in het debat over de kwaliteit van de verpleeghuiszorg. Dat komt de voortgang van dit debat niet ten goede.

Delen