Verpleeghuisdilemma
Ruth Maas, bestuurder van Zorgcentra De Betuwe, beschrijft in haar blog een herkenbaar verpleeghuisdilemma. Mevrouw Van Mourik (89, dementerend) slaapt in een laag-laag bed, naast dit bed ligt een valmat en er is ook nog een sensor die waarschuwt als mevrouw Van Mourik uit bed valt. Medicatie helpt haar rustig te slapen.
Dit gebeurt allemaal in overleg met de familie, die blij is met deze oplossing. Maar alle elementen van die oplossing vallen wel onder de vrijheidsbeperkende maatregelen. En Maas benoemt wat dit betekent voor de beeldvorming van de buitenwereld: namelijk dat die toepassing van vrijheidsbeperkende maatregelen eerder het beeld zal oproepen van kwetsbare ouderen die zijn vastgebonden dan van de prachtige oplossing die voor die mevrouw is gevonden.
In de berichtgeving die Zorgvisie aan de blog van Ruth Maas wijdt pleit bestuurder Laurent de Vries van Viattence ervoor dat in het kwaliteitskader voor verpleeghuizen veel meer de nadruk moet liggen op de ‘softe’ normen, zoals liefdevolle zorg en zingeving, dan op de harde normen van de Inspectie. Daar valt veel voor te zeggen, en ook de Inspectie zelf liet gisteren via Twitter blijken in ieder geval een heel klein beetje mee te leunen in die richting: ‘Indicatoren zijn een hulpmiddel, letterlijk een indicatie. Vanzelfsprekend is er meer te zeggen over goede, veilige en liefdevolle zorg’.
Het is het een én het ander. Niet of/of
Toch is een kanttekening op zijn plaats. De Vries heeft ongetwijfeld gelijk als hij stelt dat bewoners het veel belangrijker vinden dat iemand hun hand vasthoudt dan dat de hygiëne optimaal is. Maar dit neemt niet weg dat die hygiëne wel essentieel is. De basis moet op orde zijn. Als het bestuur waarborgt dat dit zo is, hebben de professionals alle ruimte voor die liefdevolle zorg. Het is het een én het ander. Niet of/of.