Verrekenen
Ondanks alle bezuinigingen in de zorg, zie ik in de diverse beroepsgroepen gelukkig nog veel startende ondernemers voorbijkomen. Ook zijn er nog genoeg praktijken waar investeringen worden gedaan. Anders gezegd, er worden ondernemersrisico’s genomen. Het inkomensrisico is daarin belangrijk. Zo kan het voorkomen dat er een verlies wordt geleden. In die gevallen zijn er twee regelingen in de inkomstenbelasting (deze zijn trouwens niet van toepassing binnen de bv) die een ondernemer moet kennen: de verrekening van het verlies en de zelfstandigenaftrek.
Een verlies ontstaat als de kosten hoger zijn dan de opbrengsten, bijvoorbeeld in een startjaar. Maar het kan in een later stadium ook veroorzaakt worden door hoge investeringen, gepaard gaande met fiscale faciliteiten als extra afschrijvingen en eventueel investeringsaftrek. Dit verlies mag verrekend worden met andere inkomsten in datzelfde jaar (meestal een inkomen uit loondienst). Is dat niet mogelijk, dan mag het verlies verrekend worden met inkomsten uit de voorafgaande drie jaar (carry back). Gevolg is dat de ondernemer over die eerdere jaren nog belasting terug te vorderen heeft. Voorwaarde is wel dat de fiscus een verliesbeschikking heeft afgegeven. Het kan lang duren voordat het verlies uiteindelijk wordt verrekend: een ondernemer kan in dat geval om een voorlopige verrekening vragen. Is terugwenteling niet (meer) mogelijk, dan mag het verlies verrekend worden met de inkomens over de aankomende negen jaar (carry forward).
Een ondernemer heeft onder bepaalde voorwaarden recht op de zelfstandigenaftrek. Deze wordt alleen toegekend als er winst wordt gemaakt. Toch gaat bij verlies deze aftrek niet verloren. De niet-benutte zelfstandigenaftrek kan in de aankomende negen jaar alsnog worden verrekend, maar dan alleen met ondernemingswinsten.
Starters hebben een ruimere mogelijkheid: zij mogen de niet-benutte zelfstandigenaftrek gedurende drie jaarook verrekenen met andere (niet-winst) inkomsten.