Vertraagde afgifte

Het was groot nieuws vorig jaar november: de Haagse apotheker Paul Lebbink kondigde aan het geneesmiddel Orkambi voor patiënten met cystische fibrose te kunnen namaken voor alle 750 Nederlandse patiënten die er baat bij hebben.

In Het Financieele Dagblad klonk afgelopen dinsdag echter ineens een heel ander geluid. ‘We hebben nu even andere prioriteiten’, liet hij weten. En: ‘Het middel is nu beschikbaar voor alle patiënten. De noodzaak om het na te maken is veel minder.’ Met dit laatste doelt Lebbink op het feit dat het ministerie van VWS inmiddels een prijsakkoord heeft bereikt met de fabrikant. Curieus dat hij dit als argument aanvoert, want dat Orkambi na veel discussie toch in het basispakket zou worden opgenomen, was al bekend voordat Lebbink met zijn nieuws over het zelf namaken naar buiten kwam.

Een dag later krijgt het verhaal echter opnieuw een andere wending, als Lebbink in een nieuw interview stelt dat het bericht in het FD slechts deels klopt. Hij wil nog steeds proberen het middel na maken, heet het nu, maar hij voegt er ter nuancering aan toe nog niet te hebben bewezen dat het kan. Een andere nuancering die hij biedt is echter veel relevanter. Waar hij eerst zei het te kunnen namaken voor alle CF-patiënten, zegt hij nu dat hij het – als het al lukt om het na te maken – uitsluitend beschikbaar wil stellen voor zijn eigen patiënten en het niet te willen verkopen aan andere apotheken. Een slimme beslissing die veel advocaatkosten zal schelen. Maar de opvolgende nieuwsberichten over deze zaak zijn ook een indicatie voor hoezeer de farmaceutische industrie een hak zetten door het zelf namaken van een patentgeneesmiddel een druppel op een gloeiende plaat zal blijven.

Delen