Verzorgingsstaat

Verpleegkundige Marleen Verbree schreef recht uit het hart een brief die inmiddels heel Nederland kent onder de kop ‘Welkom in onze verzorgingsstaat’. Ze schrijft hierin over een oude vrouw die na zes maanden revalidatie in een verpleeghuis weer naar huis mag. Ze mist haar onderbeen en een deel van haar gezichtsvermogen. Haar huis is niet rolstoeltoegankelijk. “Er zal twee keer per dag iemand komen om haar in en uit bed te helpen. Drie keer per dag worden haar eten en medicijnen gebracht. Ze zal daar de rest van de dag zitten. In een luier”, schrijft Verbree. Het is een triest beeld, je ziet die oude vrouw gewoon zitten. Ik ben blij dat Verbree die brief heeft geschreven, want ze kaart een maatschappelijk probleem aan dat ieders aandacht verdient.

Maar toch. In juli 2010 overleed mijn vader in het verpleeghuis. Hij zat in een rolstoel omdat hij geen spierkracht meer had in zijn benen en hij was nagenoeg blind. Twee keer per dag kwam iemand hem in en uit bed helpen. Drie keer per dag werden hem eten en medicijnen gebracht. Hij zat daar de rest van de dag. Alleen en in een luier.

Het enige verschil met de oude vrouw uit de brief van Marleen Verbree is dat mijn vader in een verpleeghuis zat. Het enige verschil is dus dat hij in een omgeving zat die rolstoeltoegankelijk was. Een belangrijk verschil, dat geef ik zonder meer toe, maar wel het enige. Ook hij kon op een belletje drukken als hij iets nodig had. Ook voor hem was dit het enige teken van zelfredzaamheid.

Welkom in onze verzorgingsstaat? Wie denkt dat die er door de plannen van staatssecretaris Martin van Rijn slechter uit komt te zien dan in het verleden, heeft veel te lang niet opgelet.

Delen