Vissenkom

Ik hou van vergaderen. Zo. Ik zeg het gewoon. Vanuit het besef dat de meerderheid het niet met mij eens is. Ik merk dat tijdens vergadertrainingen. Mijn enthousiasme over vergaderen wordt niet altijd gedeeld.  Gun mij even de tijd om het toe te lichten, dat enthousiasme.

Ik hou van vergaderen omdat we dan de kans hebben even uit te zoomen van de dagelijkse beslommeringen. Ik noem dat vaak het effect van de vissenkom. De vissenkom als metafoor voor de patronen waar we als mens, leuk of niet, altijd in terecht komen. We doen wat we doen, omdat we gewend zijn dat te doen. Herkenbare en minder herkenbare patronen. In die vissenkom is het vaak lastig om te beoordelen of het water helder genoeg is, of de steentjes even in de afwasmachine moeten of dat het groen mag worden aangevuld. Simpelweg omdat je er middenin zit. Kijk je echter door het glas heen, zie je het opeens wel. Dat is de afstand. Die doet het ’m. En maakt dat je uit het patroon kunt stappen.

Mijn enthousiasme over vergaderen wordt niet altijd gedeeld

Vakantie doet dat ook. Dan zie je het opeens helder en heb je allerlei goede voornemens. Minder tv, meer boek en meer als gezin om de tafel. Die voornemens sneuvelen ook vaak weer. Gewoon omdat die patronen stevig ingesleten zitten. Niet zo makkelijk zijn om te doorbreken. Zoals ik in de Albert Heijn ook vaak hetzelfde in m’n mandje gooi. Zelf in de XL: waar we toch exotische producten te kust en te keur hebben, is het vaak de broccoli en de bloemkool die hun weg naar mijn mandje vinden. Gewoon omdat ik dat zo gewend ben.

Terug naar dat vergaderen. Ook dat is even weg uit de vissenkom. Tenminste… als het niet een vissenkom op zichzelf wordt. Dat is toch de truc van ‘goed’ vergaderen. Zorgen voor wisselende patronen. Dat kan door de omgeving te wisselen; ergens anders af te spreken, niet elke keer misschien maar toch; wel regelmatig. Door als voorzitter niet continu zelf aan het woord te zijn; door andere mensen, het woord te geven, de expertrol te laten pakken bij verschillende onderwerpen. Door de agenda niet standaard te laten zijn maar wisselende thema’s aan bod te laten komen. Soms voor de toekomst, soms juist de dagelijkse praktijk. Door ook tijd te nemen elkaar anders te leren kennen; kwaliteiten te herkennen en te erkennen. Misschien zelfs eens uit te spreken waar we blij mee zijn of minder blij. Gewoon om dat daar door de dag genomen weinig tijd voor is.  Door ideeën te laten ontstaan en uit te werken en beslissingen te nemen ergens mee te starten of te stoppen. Door ook na de vergadering het proces nog serieus te nemen en op te volgen; zodat het niet alleen woorden zijn maar er ook actie volgt.

En natuurlijk kan dat niet altijd: soms moet het maar zoals het gaat. Die keer dat het wel lukt, die vergadering geeft energie. En het leuke is, het is geen hogere wiskunde om dat voor elkaar te krijgen. Het vergt wel tijd en voorbereiding. Dat dan weer wel. En de wil om af en toe uit die vissenkom te klimmen.

Delen