Voetstuk
Zorgverzekeraar CZ wil meer bejubeld worden door de andere zorgverzekeraars in ons land. Volgens mij is dat niet waartoe zorgverzekeraars op aarde zijn, maar ook afgezien daarvan vraag ik mij af hoe zinvol deze klaagzang is. In BNR Gezondheid zei commercieel directeur Jeroen Kuijlen eerder deze week: “Ik merk dat veel concurrenten afwachten en kijken wat CZ doet, en als dat goed uitpakt, hollen ze vrolijk mee.” Dat vind ik tamelijk aanmatigend van hem. Ten eerste omdat het met dat mee hollen wel meevalt – iedere zorgverzekeraar vaart zijn eigen koers in de ontwikkeling van selectieve zorginkoop – en ten tweede omdat Kuijlen hiermee de suggestie wekt dat CZ de wijsheid in pacht heeft en de enige smaakmaker is in het spreidings- en concentratiedebat.
Wat CZ in ieder geval wel doet, is scherp inzetten in dat debat. Het heeft de lef om tegen zijn verzekerden te zeggen: naar dat ziekenhuis moet u niet meer toe gaan. Maar of die lef ook slim is, moet zich nog bewijzen. Het past niet erg bij de volksaard van de Nederlander om zich door instanties te laten zeggen wat hij wel en niet moet doen. Andere zorgverzekeraars kiezen liever voor een meer informerende rol en leggen dus de verzekerde uit waar zij vinden dat de zorg wel en niet van verantwoorde kwaliteit is. De tijd zal leren wat de slimste weg is. Maar ik denk niet dat Kuijlen het recht heeft om te zeggen dat zijn concurrenten zich te veel laten leiden door hun angst dat de verzekerde zal weglopen. Ze blijven dichter bij hun verzekerden en lopen iets minder voor de muziek uit, dat is wel waar.