Voor wie de klok luidt

“Ziekenhuizen willen niet fuseren om meer winst te maken, maar om de patiënt betere zorg te leveren”, zegt Yvonne van Rooy, voorzitter van NVZ vereniging van ziekenhuizen. Het is een stelling die met een flinke korrel zout mag worden genomen. De vraag is immers in hoeverre de wens om de zorg voor de patiënt te verbeteren het praatje voor de bühne is, en de behoefte om een machtsblok te vormen tegen de zorgverzekeraars – om meer eisen te kunnen stellen in de contractonderhandelingen – de achterliggende realiteit.

Dat de kwaliteitsnormen voor medische verrichtingen zo stringent zijn geworden dat niet alle ziekenhuizen daaraan nog kunnen voldoen, zoals Van Rooy stelt, is waar. Maar rechtvaardigt dat een fusie? Samenwerking is daarvoor een logischer alternatief, en is in de uitvoering ook veel minder omslachtig.

Het is helemaal niet nodig dat alle ziekenhuizen al dezelfde zorg leveren

Er is echter ook een andere optie voor ziekenhuizen die niet meer aan bepaalde kwaliteitsnormen kunnen voldoen: taken afstoten. Het is helemaal niet nodig dat alle ziekenhuizen al dezelfde zorg leveren. Als ze daar eindelijk eens mee ophouden, hoeven ze ook niet meer allemaal te investeren in diezelfde dure apparatuur die Van Rooy noemt als reden waarom ziekenhuizen groter móeten worden. Ze zouden juist keuzes moeten maken. Dan zouden ze een aanzienlijke kostenbesparing voor de zorg kunnen realiseren. En door zich toe te leggen op een beperkter aantal taken zouden ze daarin kunnen excelleren en dus écht de patiënt betere zorg kunnen leveren.

Slechts één ziekenhuisbestuurder durft Van Rooy tegen te spreken, en dan nog anoniem ook. Maar zijn of haar stellingname: “Het idee van een fusie is dat je daarmee je winst maximaliseert en je marktmacht vergroot”, liegt er niet om. Die anonimiteit is heel veelzeggend. Met klokkenluiders loopt het zelden goed af.

Delen