Waar twee vechten…

Diabetes Vereniging Nederland (DVN) toont zich onaangenaam verrast door het nieuws dat zorgverzekeraar Menzis preferentiebeleid gaat voeren op diabetesmedicatie. Specifiek gaat het hierbij om de biosimilar-variant van glargine. Blijkbaar heeft Menzis verzuimd zijn besluit vooraf af te stemmen met DVN en met de Nederlandse Diabetes Federatie. “Overleg en onderling respect zouden kernwaarden moeten zijn in de relatie tussen zorgverzekeraars, zorgverleners en patiënten”, stelt directeur Olof King van DVN. Daarin heeft hij natuurlijk een punt.

Wat ik minder sterk vind in de stellingname van DVN, is dat dit de verwachting uitspreekt dat het beleid van Menzis over biosimilars de kwaliteit van zorg negatief beïnvloedt. Op basis van welke feiten zegt het dit? Biosimilars Nederland stelt op zijn website dat van biosimilars is aangetoond dat er geen relevante verschillen zijn ten opzichte van een innovator biologisch geneesmiddel wat betreft kwaliteit, veiligheid en effectiviteit. We lezen op de site ook dat het oorspronkelijke, strikte voorbehoud van het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen dat patiënten zo veel mogelijk op het biologische geneesmiddel moeten worden gehouden als ze daar klinisch goed op reageren, op basis van recente literatuur en ervaringen met de beoordeling van biosimilars niet langer valide is.

Kortom: Menzis stelt zich te rigide op als het het preferentiebeleid zonder discussie doordrukt, maar DVN zou ook een wat soepeler standpunt ten opzichte van biosimilars kunnen innemen dan het nu doet door zich zo afhoudend op te stellen in de acceptatie van biosimilars als het nu doet (Gemeenschappelijke grond op basis waarvan de nu ruziënde partijen weer een basis vinden voor constructief overleg móet te vinden zijn.)

Delen