Was maar weggebleven
Het is goed dat Medisch Contact aandacht besteedt aan de moeilijkheden die een arts kan ondervinden om bij langdurige ziekte in aanmerking te komen voor herregistratie. Het pleidooi van een aantal artsen om in dit specifieke geval versoepeling van de BIG-regels mogelijk te maken, snijdt hout.
Aan de relatie tussen langdurige ziekte en werk zich echter ook nog een heel ander aspect. In 2007 interviewde ik voor Medisch Contact huisarts Theo, die na een behandeling voor darmkanker wilde terugkeren naar de huisartspraktijk waarin hij al jaren werkzaam was. (Het artikel is als PDF te downloaden; zoek op Google naar ‘Afscheid van de zieke maat’.) Zijn terugkeer verliep allesbehalve soepel en toen hij hierover het gesprek aanging, kreeg hij tot zijn ontsteltenis min of meer letterlijk van zijn collega’s te horen dat zij liever hadden gezien dat hij maar was weggebleven.
‘Je collega’s zien je alleen op momenten dat je je goed voelt’
Hij kreeg het verwijt dat hij te weinig werkte en dat zijn collega’s de indruk hadden dat hij meer kon doen. Theo: “Maar dat is natuurlijk precies het probleem met re-integratie na ziekte. Je collega’s zien je alleen op momenten dat je je goed voelt en denken dat het wel weer gaat. Maar ik had wel degelijk restklachten en voelde me vaak doodmoe”.
Ik weet het, 2007 is tien jaar geleden. Maar in die tien jaar is het aantal mensen dat geneest van kanker, of voor wie dit een chronische in plaats van een dodelijke ziekte is geworden, alleen maar toegenomen. Dit betreft heus niet alleen ouderen die al uit het arbeidsproces zijn. En het gaat ook niet alleen om huisartsen die na ziekte hun werkplek in de praktijk terug willen. Het is een probleem dat nu eerder méér dan minder aandacht verdient dan tien jaar geleden.