Water bij de wijn

Het feit dat een sociaal akkoord is gesloten waaruit de zorg is losgetrokken, laat zien hoezeer de ontwikkelingen in de snelkookpan van de zorg tot een kookpunt beginnen te komen.  Onder druk wordt alles vloeibaar, zoals we weten, en dit merken we aan hoe staatssecretaris Martin van Rijn zich in de onderhandelingen opstelt. De huishoudelijke hulp wordt nog steeds overgeheveld naar de gemeenten, maar daarbij wordt wel 60 procent van het budget overeind gehouden in plaats van de geplande 25 procent. De gemeenten mogen van hem ook meepraten over de afspraken over de zorg. Het aantal mensen dat zijn werk in de thuiszorg kwijtraakt, wordt zo veel mogelijk beperkt. Wie toch zijn werk kwijtraakt, kan rekenen op begeleiding naar nieuw werk of bijscholing. En de regels om voor een plaats in een verzorgingshuis in aanmerking te komen, worden versoepeld.

Het feit dat VVD en PvdA niet automatisch op goedkeuring in de Eerste Kamer kunnen rekenen, laat zich hier heel duidelijk gelden. Van Rijn moet flink wat water bij de wijn doen, wil hij zijn plannen voor de langdurige zorg erdoor krijgen. De al veelbesproken blauwdrukbrief die Van Rijn naar verwachting in mei naar de Tweede Kamer zal sturen om zijn plannen voor de toekomst van de langdurige zorg uiteen te zetten, wordt hiermee steeds valer van kleur. Dat was te verwachten, maar Van Rijn zal zich wel zorgen maken over de vraag wat dit betekent voor de samenleving. Toen hem eerder werd gevraagd of zijn plannen er niet voor zorgden dat kwetsbare mensen in de kou komen te staan, zei hij juist te vrezen voor hun lot als nu niets gebeurt. Met het compromis dat er nu uit lijkt te komen doet hij weliswaar niet niets, maar wel veel minder dan hij voor ogen had.

Delen