Weg met de CQ-Index
We weten inmiddels dat Dianda Veldman per 1 september Wilna Wind opvolgt als directeur van patiëntenfederatie NPCF. “Het lijkt me prachtig om als bestuurder van de NPCF bij te dragen aan een gezondheidszorg waarbij de patiënt aan het stuur zit”, zei ze over haar nieuwe rol. Na bijna vijf jaar Wilna Wind, altijd nadrukkelijk aanwezig in het debat en altijd graag bereid om een flinke steen in de vijver te gooien, ben ik benieuwd naar de vraag hoe Veldman dit gaat doen.
Wilna Wind zelf nam liet vorige week nog even de gelegenheid te baat om ons te voorzien van een aardige uitsmijter. In een interview voor In voor zorg! over het inkoopkader voor de Wlz 2016 dat Zorgverzekeraars Nederland recent publiceerde, sprak ze de wens uit dat alle zorgverzekeraars hun eigen kwaliteitsnormen voor de verpleeghuiszorg én de CQ-index overboord gooien. “Gebruik nog alleen ZorgkaartNederland”, zei ze, “Dat scheelt veel bureaucratie en het is beter voor de cliënt”.
Wat mij betreft een rake stellingname. Maar wel een die om actie vraagt van ons allemaal. Als we willen dat ZorgkaartNederland de strandaard wordt – met andere worden: als we willen dat onze mening als patiënt of cliënt de standaard wordt voor de uitkomst van zorg – dan hebben we ook allemaal onze verantwoordelijkheid om ZorgkaartNederland te vullen. Zorg dat je mening telt.
7 reacties
Bijzondere stellingname. Immers, Frank, je was er toch langere tijd van overtuigd dat de zorgverzekeraars dé partij waren die in staat zijn om ‘de kwaliteit’ te bepalen? En nu? De mening van de patiënt – niet te onderschatten qua belang overigens – als dé graadmeter voor kwaliteit? Een bijzondere draai, die ik niet kan rijmen met verschillende pleidooien voor meer controle en invloed van zorgverzekeraars. Maar wellicht heb ik deze én andere columns verkeerd begrepen.
Edwin Brugman
29 juni 2015 / 19:14Er is een verschil tussen sturen op kwaliteit bepalen Edwin. Als de zorgverzekeraars de kwaliteit gingen bepalen, zouden ze snel ruzie krijgen met de behandelaars en ook met hun verzekerden. Wel kunnen zorgverzekeraars druk uitoefenen op de professionals om hun kwaliteit inzichtelijk te maken en dat hebben ze gelukkig ook gedaan. Het geeft de professionals tot het inzicht gebracht dat sturen op procesindicatoren slechts beperkt van waarde is. Om een voorbeeld te noemen: de operatie waarbij een patiënt een kunstheup krijgt, kan technisch aan alle indicatoren voldoen. Maarals de patiënt na de ingreep pijn houdt en niet meer met zijn hond kan wandelen, is de uitkomst toch negatief.
Kortom, het gaat om uitkomstindicatoren en om die te kunnen bepalen, spelen patiënten een grote rol. Zorgverzekeraars erkennen dit ook. We hebben dus deafgelopen jaren een belangrijke stap gezet in de ontwikkeling van kwaliteitsbeleid. Het was een lange weg om daar te komen, maar het was wel waardevol. Je hebt gelijk als je stelt dat ik van mening ben dat de zorgverzekeraars de partij bij uitstek waren om sturend op te treden in dit proces (ze hebben immers een tussenpositie tussen de professionals bij wie ze inkopen en de verzekerden voor wie ze dat doen). Maar als je denkt dat ik van mening was dat de zorgverzekeraars de partij waren die de kwaliteit moesten bepalen, heb je dat inderdaad verkeerd begrepen.
Frank van Wijck
29 juni 2015 / 20:39Een fout in de eerste zin zie ik nu. Daar moet staan: “Er is een verschil tussen sturen op kwaliteit en kwaliteit bepalen”.
Frank van Wijck
29 juni 2015 / 20:42Als een van de oprichters in 2005 van de stichting Miletus, en als bestuurder van MST, een van de Santeon ziekenhuizen, ben ik het oneens met de kop boven jouw blog. Wellicht is de CQ index niet (meer) waardevol in de ouderenzorg, maar in de ziekenhuiszorg profiteren patienten nog volop van de verbeteringen die wij doorvoeren door het zelf, per afdeling, meten van de Patientervaringen. Op een wetenschappelijk verantwoorde wijze, waardoor de uitkomsten niet ter discussie staan. En wij gaat daar voorlopig nog even mee door.
Bas Leerink
29 juni 2015 / 22:13Terechte opmerking Bas. Deze blog gaat over de verpleeghuiszorg. Net als het interview dat ik vorige week met Wilna had en waarnaar in de blog ook een link is opgenomen.
Frank van Wijck
29 juni 2015 / 22:57Over welke professionals hebben we het die tot “inzicht” zijn gekomen? Het is me wel een ontdekking zeg….
Tav CQ-index: prima wellicht voor patientenervaringen maar hardere uitkomsten lijken me toch meer informatie te geven.
Een perfectionistisch ingestelde arts hoeft niet de makkelijkste te zijn en scoort wellicht niet goed mbv die index maar heeft wrs wel betre uitkomsten.
G K Mitrasing
30 juni 2015 / 00:43Grappig als het niet zo triest was.
Laat nu juist MST hebben aangetoond dat de uitkomstindicatoren aangeleverd door patiënten helemaal niets zeggen over de kwaliteit van de geleverde zorg! Jansen Steur! Nu al vergeten? Zijn patiënten liepen met hem weg, fantastische scores op de CQ index. Niets mis mee. Een zeer meelevende en zeer goede neuroloog.
Tot werd aangetoond dat de man de plank nogal behoorlijk missloeg. Ten nadele van zijn patiënten. Diezelfde patiënten die eerst zo tevreden waren over hem, sleepten hem voor de Rechter om uiteindelijk te vernemen dat hun casussen waren verjaard.
Wat een patiënt niet weet, weet hij niet.
Wat een patiënt niet wordt verteld, hoort hij niet.
Wat een patiënt niet wordt getoond, ziet hij niet.
Wat een patiënt wordt wijsgemaakt, gelooft hij.
Er wordt in dit land meer verzwegen dan gezegd.
De oncoloog uit Amsterdam was zo dapper het grote verzwijgen te vertellen.
De NZa komt nu met een rapport en adviseert om patiënten meer zorg te onthouden. Zorg die zij wel in het buitenland zouden kunnen krijgen. Daar worden die nieuwe middelen wel toegelaten.
De NZa zit vast in het TINA model; ’there is no alternative”.
MST voorzitter Bas Leerink en FvW gaan uit van het economisch model van de perfect geïnformeerde rationeel handelende zorgconsument. De zorgconsument die van alles op de hoogte is, van alles op de hoogte wordt gebracht en zich verdiept in de materie ter zake.
Zo maakt de zorgconsument zijn bewuste keuze, met zijn volle verstand en portemonnee.
Rationeel.
De patiënt kan alleen wat zeggen over de wachttijden, de bejegening, de smaak van de pap en de keuze van de TV kanalen.
Over al het andere zal hij toch zijn iPad moeten meenemen, met een volle en een reserve accu en zijn specialist/arts het hemd van het lijf moeten vragen om te kunnen achterhalen of e.a. wel volgens de regelen der kunst en de stand van de wetenschap gebeurt. En dan met zijn ziektekostenpolis van zijn verzekeraar eisen dat hij de zorg krijgt waarvoor hij is verzekerd. Dat is zijn contractueel vastgelegd recht. Dat moet de verzekeraar respecteren en nakomen. Dat is de zorgplicht van de verzekeraar. En daarop houdt de NZa toezicht.
De private verzekeraars moeten de zorgconsument zorg leveren volgens de stand van de wetenschap en volgens de regelen der kunst.
Wat de zorgconsument niet weet, weet hij niet. Daar wordt volop misbruik van gemaakt.
Laat de NPCF de iPad met info uitgeven! Dat zou de zorg in Nederland pas echt ten goede komen.
Overigens is de NPCF uitgever van ZorgkaartNederland.
Wij van WC Eend adviseren WC Eend.
Die iPad met info zal er dus niet komen. Niet van de NPCF.
anh jansen
30 juni 2015 / 01:45