Zeg het maar

Bij mijn blog van afgelopen dinsdag ontstond op Twitter discussie over de vraag hoe we moeten omgaan met de toenemende zorgkosten, onder andere veroorzaakt door dure geneesmiddelen. ‘De medicijnen voor zeldzame aandoeningen worden onbetaalbaar en ook die mensen willen leven’, merkte een lezer op.

In die zin ligt een vraag besloten waarop we als samenleving een antwoord moeten formuleren. We zijn in staat een geneesmiddel te ontwikkelen voor mensen met een zeldzame aandoening. Maar dat middel is – vanwege de kleine doelgroep – exorbitant duur. Mogen we dan beslissen dat de betreffende patiënt geen recht heeft op vergoeding voor dat middel en dus feitelijk geen recht op leven? Als samenleving durven we niet de verantwoordelijkheid te nemen voor het antwoord ‘Ja’. En als de overheid dit wel doet, door het middel niet op te nemen in het basispakket van de zorgverzekering, staan we op onze achterste benen.

Een lezer dacht een antwoord te hebben gevonden: een grens trekken door mensen zelf de behandelkosten te laten betalen voor zaken waaraan ze persoonlijk schuld hebben, zoals comazuipen. Maar bij comazuipen is wel sprake van een medische indicatie. Natuurlijk is het dom om jezelf een coma te zuipen, maar het is ook dom om jezelf door een ongezonde leefstijl type II diabetes of een hartkwaal te bezorgen, of over te steken bij een rood stoplicht. Eigen schuld dikke bult? Dan kun je mensen ook wel zelf voor de crèche of het consultatiebureau laten betalen, stelde een derde lezer. Of voor geboortezorg, want je kiest er zelf voor om een kind op de wereld te zetten.

Nee, ik heb geen antwoord, mocht u dat als lezer nu verwachten. Maar tot die tijd vind ik de QALY – de financiële grens aan wat een extra gewonnen levensjaar mag kosten – de minst slecht oplossing.

Delen