Zin in Zorg

Hoe zorgen we ervoor dat jonge artsen iedere dag met plezier naar hun werk gaan, mentaal fit blijven en méér tijd voor de patiënt hebben? Daar richt Zin in Zorg zich op, een initiatief van De Jonge Specialist, LAD, LOVAH en VvAA. Op de startavond afgelopen november waren, naast betrokken partijen, ruim tachtig jonge artsen aanwezig die willen meedenken over werkplezier in de zorg. Aios Melanie Gutteling en Robert van den Broek waren erbij.

Tekst: Andrea Linschoten

Voor Melanie Gutteling-van der Heijden (36) uit Nederhorst den Berg, longarts-intensivist in opleiding, coach en vrijwilliger bij Compassion for Care, was het logisch om aansluiting te zoeken bij Zin in Zorg: “Ik was al gelijkgestemde artsen om me heen aan het verzamelen om iets te doen. Samen heb je een grotere stem, meer daadkracht. Het is mijn droom om samen een cultuurverandering te bewerkstelligen.”  

Ook Robert van den Broek (32) uit Amsterdam, aios interne geneeskunde en voorzitter van de Junior Nederlandse Internisten Vereniging (JNIV), wilde bij de bijeenkomst zijn. “Ik vind dat we in de zorg in Nederland onzorgvuldig omgaan met hoogopgeleide, ambitieuze mensen die gewend zijn om zelfsturend en autonoom te werken. Die autonomie verdwijnt steeds meer door de grote administratieve regeldruk en doorgeschoten controlebehoefte. Ook heeft dit een enorme invloed op de werk-privébalans, een van de thema’s die we benoemen in de visie van de JNIV.” 

Beiden noemen de kick-off inspirerend. Gutteling: “De saamhorigheid viel op die avond; je bent niet alleen met je ideeën. De openheid, de persoonlijke verhalen, iedereen was zichzelf.” 

Van den Broek: “Ik zag veel enthousiaste, gedreven jonge dokters die hun ervaringen en gevoelens deelden en met nieuwe ideeën en oplossingen kwamen om het werkplezier te vergroten. Als we deze energie kunnen verspreiden, ontstaat er een sneeuwbaleffect en kunnen we over een jaar zeggen dat er iets wezenlijk veranderd is, dat de zin in zorg terug is.” 

In kleine groepen werkten de deelnemers verschillende ideeën uit. Deze worden momenteel geanalyseerd en getoetst. 

‘Ik wil mijn nek uitsteken’

Gutteling: “Ik hoop op duidelijke speerpunten en acties. Daar zou ik dan graag een rol bij spelen, ik wil mijn nek uitsteken.” Punten die in haar groep onder meer naar voren kwamen, waren: ‘meer tijd voor patiënten en voor elkaar’ en ‘je kwetsbaar mogen opstellen’. Een van de aspecten die Gutteling direct zou willen aanpakken, is ‘goed voor jezelf mogen zorgen’. “Dat moet weer normaal worden. Nu is er vaak geen tijd om te eten of naar de wc te gaan en lijkt het stoer om steeds over je grenzen te gaan.” 

Een idee dat Van den Broek aansprak, was ‘koppel de opleiding los van de bedrijfsvoering’. “Dan blijft er tijd over voor ontwikkeling en ontplooiing, in plaats van dat we bezig zijn met het overeind houden van de organisatie.” Een ander wezenlijk punt vindt hij het actief aanbieden van coaching. “Wanneer je bewust bezig bent met wat bij je past, maak je betere keuzes, dat geeft rust.” Gutteling vindt coaching ook belangrijk: “Niet om te repareren wat niet goed gaat, maar om te kijken wat nog beter kan. Zelfbewustere dokters maken betere keuzes. Vanuit het hart. Naar mijn idee zou coaching een  standaard leerlijn moeten zijn.”

Van den Broek vult aan: “Ontdek waar je goed en minder goed in bent en wat je leuk en minder leuk vindt. Combineer waar je goed in bent met wat je leuk vindt. Coaching kan daarbij helpen.” 

Van den Broek besluit: “De boodschap is dat het 5 óver 12 is, de zorg piept en kraakt. We moeten nu met z’n allen aan de slag zodat de zorgsector weer leuk wordt om in te werken.” 

Delen