Zo thuis mogelijk
In de jongste editie van de ZN-Dialoog, de discussie tussen een zorgverzekeraar en een zorgaanbieder, komen Anneke Augustinus van Zorg en Zekerheid en Karin Lieber van Zinzia Zorggroep aan het woord. Beiden zijn positief over de beslissing de financiering in de verpleeghuiszorg cliëntvolgend te maken, als basis voor kwaliteitsverbetering. Wel waarschuwt Lieber dat het té gemakkelijk is om kwaliteit te definiëren als ‘Wat de cliënt prettig vindt’. Een terechte kanttekening; er zijn grenzen aan de mate waarin een verpleeghuis tegemoet kan komen aan de wens van een individuele cliënt.
Toch zit hier beslist meer ruimte in dan veel verpleeghuizen hun cliënten op dit moment bieden. De reacties op de recente blog van Augustinus over hoe ze voor zichzelf passende verpleeghuiszorg definieert illustreren dit. Die variëren van ‘Dat regelen we voor je’ tot ‘Daar hebben we geen tijd voor’. Die laatste reactie is opmerkelijk, want niet meedoen aan groepsactiviteiten, niet verplicht gezamenlijk eten en niet iedere dag schoonmaken kosten helemaal geen tijd. Wat degenen bedoelden die dit toch zeiden, was waarschijnlijk: ‘Dat wijkt af van wat we gewend zijn.’ Het wijkt immers af van de reflex die veel zorgaanbieders nog hebben om voor mensen te willen zorgen op het moment dat ze in het verpleeghuis gaan wonen. We hoeven er niet aan te twijfelen dat ze dit met de beste bedoelingen doen. “Als je niet van mensen houdt, kun je deze zorg niet leveren”, zei Lieber in het dubbelinterview, en daarin heeft ze beslist gelijk. Maar houden van betekent ook dat je mensen de ruimte gunt om zichzelf te zijn. Loslaten dus, en zorgen dat het leven in het verpleeghuis ‘zo thuis mogelijk’ is. Kortom: niet het medische model vooropstellen, maar het welbevinden. Dat is nog een zoektocht.