Zoek de verschillen
Eerder deze week kwam Zorginstellingen met het bericht dat steeds meer mensen ouderen voor geld gezelschap aanbieden. Wandelen, ganzenborden, bij een kopje thee oude fotoalbums doornemen, voor twintig euro per uur kan het allemaal.
Gisteren volgde het bericht dat in Amsterdam een pilot is gestart waarbij thuiswonende ouderen met een ‘zorgknop’ zorg kunnen bestellen op het moment dat ze die nodig hebben. Deze dienst is opgezet door een nieuwe aanbieder, Mantelaar, die gebruikmaakt van geneeskundestudenten. Afhankelijk van de intensiteit van de inzet hanteert Mantelaar hiervoor verschillende tarieven.
Beide voorbeelden laten zien dat een nieuwe markt ontstaat nu van ouderen wordt verwacht dat ze langer zelfstandig thuis blijven wonen. Daar is op zich niets mis mee. Je kunt stellen dat iets over hebben voor een ander een vanzelfsprekende dienst moet zijn waarvoor je niets hoeft te krijgen. Maar het is even verdedigbaar om te stellen dat structureel iets voor een ander over hebben een dienst is waar een beloning tegenover mag staan. Bovendien kun je de stelling aanhangen: ‘Laat me er maar voor betalen, dan kan ik er ook eisen aan stellen’.
Toch is er een verschil tussen beide voorbeelden. Mantelaar zet geneeskundestudenten in, mensen die kunnen handelen met enig verstand van zaken en die inschatten wanneer professionele hulp nodig is. Bovendien is Mantelaar een formele aanbieder, wat betekent dat er toezicht op mogelijk is. Voor individuen die zich aanbieden om ouderen betaald gezelschap te houden ligt het anders. Niet voor niets waarschuwt het Nationaal Ouderenfonds dat zo iemand uit kan zijn op het bestelen of oplichten van een cliënt, of zelfs op diens erfenis. Geen fijne gedachte, maar wel een terechte waarschuwing.