Zorgparagraaf ChristenUnie

  • Klik hier voor de zorgparagrafen van de andere partijen.
  • Klik hier voor het dossier met het laatste nieuws over de verkiezingen.

 

Zorg: betrokken en betaalbaar

De ChristenUnie kiest voor:

  1. Zorg voor kwetsbaar leven. We willen hulp geven aan vrouwen die ongewenst zwanger zijn en zorg verlenen aan mensen in hun levenseinde.
  2. Vertrouwen in zorgverleners. Zij moeten niet belemmerd worden door teveel regels.
  3. Eigen regie en zorg in eigen kring. Onder andere door het opzetten van de zorgspaarloonregeling.
  4. Zorg voor mensen met beperkingen. We willen hen de plaats geven die hen toekomt.
  5. Een afgewogen samenstelling van het basispakket. Als zorg duurder wordt, is het nodig het basispakket te beperken tot noodzakelijke en werkzame zorg.
  6. Eigen betalingen en eigen risico naar draagkracht.We laten mensen die veel zorg nodig hebben niet in de kou staan.
  7. Niet de markt centraal zetten, maar de zorg centraal houden. De zorg is niet te vergelijken met zomaar een economische sector.
  8. Een grotere rol voor gemeenten: van verzekering naar voorziening met behoud van kwaliteit.
  9. Keuzevrijheid voor zorgvragers. Zij moeten kunnen kiezen voor bijvoorbeeld identiteitsgebonden zorg.
  10. Preventie, om zo niet alleen gezondheidswinst, maar ook kostenbesparingen te bereiken.

Zorgen voor de zieken is een Bijbelse opdracht. Niet alleen het verhaal van de Barmhartige Samaritaan inspireert ons, maar ook de woorden van Jezus in Mattheus 25 als hij mensen prijst die de zieken hebben bezocht: ‘Alles wat jullie gedaan hebben voor een van de onaanzienlijksten van mijn broeders of zusters, dat hebben jullie voor mij gedaan.’

De waarde van het menselijk leven hangt niet af van prestaties, gezondheid, leeftijd, gewenstheid, geluk of een handicap. Al het leven, in gaafheid en gebrokenheid, verdient bescherming en zorg. Vanaf het ontstaan van het leven tot aan het sterven. Maar ook als je met beperkingen bent geboren of tijdens het leven in de marges van de samenleving bent terechtgekomen. Omdat we weten dat het leven broos is, gaan we er voorzichtig mee om en beschermen we mensen in een kwetsbare positie.

De wetgeving die abortus en euthanasie legaliseerde druist in tegen één van de meest elementaire waarden: de beschermwaardigheid van het leven. Veel beter is het om ons te richten op de hulpvraag achter de roep om abortus of euthanasie. Wij willen voorkomen dat mensen beëindiging van hun eigen of het ongeboren leven als enige uitweg uit een noodsituatie zien.

Ons land heeft een hoogwaardig collectief verzekerd zorgstelsel, dat mensen zekerheid biedt en ‘zorg’ uit handen neemt. Mensen die in de zorgsector werkzaam zijn, werken hard en maken lange dagen. Maar het zorgveld is erg complex geworden en de zorgkosten rijzen de pan uit. Die ongelimiteerde groei van de zorgkosten kan niet zo doorgaan. Dat doen we door het stelsel van curatieve en langdurige zorg te hervormen. Niet door af te doen aan de kwaliteit van de zorg of het verhogen van de werkdruk voor het personeel. Bezuinigen kan ook anders, door budget te verstrekken op basis van uitkomsten en niet op basis van het aantal medische handelingen, door van het verzorgend personeel minder administratieve verantwoording te vragen. Meer fundamentele veranderingen kunnen ook niet uitblijven. Niet alle zorg kan verzekerde zorg blijven op de manier zoals wij dat gewend waren.

Zorg verlenen bestaat niet louter uit het verrichten van medische handelingen. Daarom willen we niet de techniek centraal stellen en alle medische ingrepen toepassen die beschikbaar zijn, maar ook ruimte geven aan reflectie. Wat willen we bereiken en is dat zinvol? Op het sterfbed kan dit betekenen dat niet wordt overgegaan tot zinloos medisch handelen, maar tot palliatieve zorg en geestelijke bijstand bij het naderend afscheid.

Om ook voor de toekomst de zorgkosten betaalbaar te houden, kunnen we er niet omheen om een hogere eigen bijdrage te vragen van mensen die het kunnen betalen. Dat kan gemakkelijker als mensen zich niet alleen door te sparen voorbereiden op hun pensioen, maar ook beter anticiperen op de kosten van het ouder worden. Dit willen we fiscaal bevorderen door een zorgspaarloonregeling op te

Waardevol leven, gezonde zorg

Zorg voor leven

1. Zorg voor kwetsbaar leven

De ChristenUnie neemt haar uitgangspunt in het geloof dat God de Schepper van het leven is en dat de mens zich daarom niet mag opstellen als beschikker, maar als ontvanger en hoeder van dat leven. De wetgeving die abortus en euthanasie legaliseerde was een verkeerde weg. Wij erkennen dat een ongewenste zwangerschap of ernstig lijden veel pijn en moeite in het leven brengen. Maar een betere weg dan abortus of euthanasie is het zorgend om mensen heen staan. Door jonge moeders te helpen. Door zorg te verlenen aan mensen in hun levenseinde. Door dementerende ouderen niet af te schrijven, maar uit te gaan van mensen in hun waarde. Misschien wel juist als zij niet (meer) volop meedraaien in deze samenleving. En hen juist daarom te voorzien van de warme aandacht, die zij verdienen. De overheid is als schild voor de zwakken geroepen hen te beschermen die dat zelf niet kunnen.

  • Zorg voor vroeggeborenen. Het is niet goed als de 20-weken echo leidt tot abortus vanwege niet-gewenste eigenschappen of niet-ernstige aandoeningen. Daar komt bij dat er steeds betere mogelijkheden zijn te vroeg geboren baby’s te behandelen. Soms is behandeling in de baarmoeder zelfs al mogelijk. De betere weg dan afbreking van de zwangerschap is ook in deze moeilijke situaties vaak wel degelijk mogelijk. Protocollen en waar aan de orde, wettelijke regels bevorderen dat die weg wordt gekozen. Zo kunnen ouders gewezen worden op organisaties of lotgenotencontacten voor mensen met vergelijkbare afwijkingen en voorlichting krijgen over de mogelijkheden van behandeling.
  • Zorg voor vrouwen die ongewenst zwanger zijn. Hiertoe wil de ChristenUnie een landelijk dekkend netwerk van opvanghuizen oprichten.
  • Donor zijn als naastenliefde. Door het intensiveren van de voorlichting en verbetering van de procedures in ziekenhuizen kan het tekort aan donororganen verminderen. Mensen worden gestimuleerd een keuze te maken of zij orgaandonor willen zijn. Orgaanhandel wordt hard aangepakt.
  • Zorg voor mensen aan het einde van hun leven. De ChristenUnie wil meer investeren in pijnbestrijding en stervensbegeleiding (palliatieve zorg), om zo de kwaliteit van leven te verbeteren en mensen een andere weg te bieden dan euthanasie. Palliatieve zorg is basiszorg en gaat deel uitmaken van het basispakket van de ziektekostenverzekering. Geestelijke verzorging en bijstand vormen een integraal onderdeel van de palliatieve zorg.
  • Gewetensvrijheid. De positie van de artsen moet worden beschermd. Euthanasie is geen recht en artsen kunnen dus nooit worden verplicht tot de uitvoering van euthanasie.
  • Respect voor de humaniteit van de mens betekent ook respect voor het sterven van de mens. Zorg voor zeer vroeg geboren kinderen of zeer ernstig gehandicapte kinderen, terminale patiënten en kwetsbare ouderen moet er altijd zijn. Maar als medische ingrepen geen zorginhoudelijke zin hebben, brengt respect voor mensen met zich dat die ook achterwege moeten kunnen blijven.
  • Investeren in goede verpleegzorg. Steeds meer mensen leven langer, de samenleving zal in komende decennia blijven vergrijzen. Vaker en vaker is daarbij professionele zorg nodig. Verpleeghuizen vormen een cruciale schakel in het verlenen van die zorg en zullen de komende jaren extra financiën en personeel nodig hebben.

2. Vertrouwen in zorgverleners

  • Ruimte voor verplegenden en verzorgenden. Er komt meer ruimte voor professionele zorgverleners om de zorg zelf zo goed mogelijk te organiseren. We moeten weer vertrouwen hebben in de zorgverlener; het is niet nodig alles in regels en protocollen dicht te timmeren en tot in detail verantwoording te vragen. De ChristenUnie wil de huidige regeldruk met zeker 50% terugdringen in vier jaar tijd. Niet frustreren, maar motiveren. Dat zorgverleners de zorg soms prima zelf kunnen organiseren blijkt uit een initiatief alsBuurtzorg: managers zijn in deze kleine teams nauwelijks nodig omdat de zorgverleners zelf de afspraken in hun buurt regelen. In de thuiszorg moet de ver doorgeschoten taakdifferentiatie een halt toegeroepen worden. De wijkverpleegkundige komt weer terug. Ook bij de indicatiestelling krijgen zorgprofessionals een grotere rol. Het CIZ vervult de rol van toetsingsautoriteit, blijft complexe gevallen indiceren en wordt betrokken als een ‘second opinion’ nodig is.

3. Eigen regie en zorg in eigen kring

  • Mantelzorgers en familieleden krijgen een belangrijker rol in de hulpverlening. Er moet sprake zijn van een warme overdracht en samenwerking tussen de informele en de formele zorg. Formulieren zijn zo eenvoudig, dat ook mantelzorgers die kunnen invullen. We willen voorkomen dat mantelzorgers overbelast raken; daarom krijgen ze toegang tot voldoende informatie, ondersteuning en respijtzorg.
  • Eigen regie; eigen inbreng. Patiënten en ouderen krijgen meer keuzevrijheid in het bepalen van de zorg die ze nodig hebben. Zij krijgen inzicht in de nota’s die voor hun behandeling gestuurd worden naar de zorgverzekeraars en worden nauw betrokken bij beslissingen rond behandelingen: verwachte effectiviteit, risico’s en kosten.
  • De zorgspaarloonregeling. We verwachten dat mensen anticiperen op te verwachten zorgkosten, door alvast te sparen voor de kosten van het ouder worden. Wij faciliteren dat via de zorgspaarloonregeling. Mensen kunnen dan gemakkelijker zelf voorzieningen als woningaanpassingen zoals een traplift of een lager aanrechtblad bekostigen.
  • Zelfhulp en zorg in eigen hand. Vaak kunnen mensen zelf actief meewerken aan hun herstel (via zelfmanagement en hulp op afstand via bijvoorbeeld internet) en proberen daarbij hun eigen netwerk in te schakelen. Hierbij worden ouderen en zorgbehoevenden met beperkte financiële armslag of een klein sociaal netwerk wel ontzien.
  • De eigen kracht methode. Bijeenkomsten waarin wordt uitgegaan van de eigen kracht, zoals die al worden gebruikt in de jeugdzorg, kunnen worden uitgebreid naar het terrein van de ouderen- en gehandicaptenzorg.

4. Zorg voor mensen met beperkingen

  • Zorgen dat mensen naar vermogen mee kunnen doen. Wanneer mensen een ziekte of beperking hebben moet dit zoveel mogelijk worden gecompenseerd zodat iedereen in de samenleving mee kan doen. Een adequate vergoeding voor zittend vervoer hoort hierbij. De overheid draagt zorg voor een wettelijke verankering en adequate financiering van patiënten- en gehandicaptenorganisaties. Tevens moet er ruimte zijn voor kleine en identiteitsgebonden organisaties die een specifieke doelgroep vertegenwoordigen.
  • Verdragsrechtelijke erkenning. De ChristenUnie wil het VN-verdrag voor rechten van mensen met een beperking zo snel mogelijk ratificeren. Zij krijgen dan meer mogelijkheden om de gelijke behandeling in de praktijk daadwerkelijk af te dwingen als bijvoorbeeld gemeenten hierin achter blijven.

5. Een afgewogen samenstelling van het basispakket

  • Gepast gebruik van middelen en voorzieningen. Het basispakket kan zo worden ingericht dat gepast gebruik wordt bevorderd. Behandelmethoden waarvan de werkzaamheid niet vaststaat, dure, nieuwe medische technologieën, behandelingen en medicijnen worden niet automatisch in het pakket opgenomen. Geregeld wordt het pakket beoordeeld aan de hand van een beslismodel waarbij de kosten van de behandeling worden afgewogen tegen de verwachte gezondheidswinst. De behandeling van psychiatrische ziekten blijft in het basispakket, maar behandeling van levensproblemen gaat naar het aanvullende pakket. Preventie – zoals dieetadvisering en hulp bij stoppen met roken – en palliatieve zorg worden wel in het basispakket opgenomen.
  • De aanvullende verzekering los verkrijgbaar. De basisverzekering wordt losgekoppeld van de aanvullende verzekering. Cliënten worden gestimuleerd om kritisch te kijken naar hun aanvullende zorgverzekering en gebruik te maken van de mogelijkheid om deze bij een andere zorgverzekering af te sluiten dan de basisverzekering.
  • Verzekeringsschulden voorkomen. Om te voorkomen dat mensen lang onverzekerd rondlopen en schulden opbouwen, moet de zorgverzekeraar die verantwoordelijk is binnen vier maanden contact opnemen met mensen die hun verzekering niet betalen om de situatie persoonlijk door te spreken en oplossingen aan te dragen. En als mensen toch in het incassotraject van het CVZ terecht zijn gekomen, wordt de bestuurlijke boete grotendeels omgezet in schuldaflossing.

6. Eigen betalingen en eigen risico naar draagkracht

  • Wel eigen bijdragen, geen stapeling. Voor verblijfskosten in een ziekenhuis wordt een eigen bijdrage gevraagd. Dit geldt ook voor een bezoek aan de eerste hulpafdeling in het ziekenhuis zonder medische noodzaak. Hulpmiddelen, hulp en woningaanpassingen die horen bij het ouder worden komen vaker voor eigen rekening. De eigen bijdragen voor verpleging, verblijfskosten in het ziekenhuis, zorg, medicijnen, thuishulp en begeleiding mogen de maximale inkomensafhankelijke eigen bijdrage die door het CAK wordt vastgesteld niet overschrijden. Zo wordt een stapeling van eigen bijdragen voorkomen. Deze eigen bijdragen worden zoveel mogelijk geïnd door de zorgverzekeraar.

7. Niet de markt centraal, maar de zorg centraal

  • Wel competitie, geen marktwerking. In de ziekenhuizen en de curatieve zorg kan competitie op basis van kwaliteit en prijs de betaalbaarheid van de zorg ten goede komen. Marktwerking in de zorg ontspoort echter snel. Omdat dan niet meer de zorg centraal staat, maar geldstromen en verdiensten. Zeker in de eerste lijn, de acute zorg en de langdurige zorg is grote terughoudendheid geboden. Winstuitkeringen van zorgaanbieders aan aandeelhouders passen niet bij het karakter van de zorg.
  • Niet betalen per verrichting, maar op basis van zorg. Het is in ieders belang te zorgen voor een doelmatige besteding van middelen. In het huidige systeem wordt geld vaak ondoelmatig besteed. Daarom kiest de ChristenUnie voor een andere wijze van financiering. Niet meer op basis van een ‘productbenadering’ – hoe meer handelingen, hoe meer geld – maar op basis van functiegerichte aanspraken: wat is de toegevoegde waarde van het medisch handelen of hulpmiddel? Beroepsverenigingen van artsen en specialisten kunnen een actieve rol spelen in het terugdringen van overbehandeling en overdiagnostiek, door bijvoorbeeld het aantal doorverwijzingen naar specialisten van huisartsen met elkaar te vergelijken (spiegelinformatie). Prijsvorming kan het beste gebeuren door een combinatie van een open boekhouding en het belonen van kwaliteit.
  • Specialisten in loondienst. Om dezelfde reden kiezen we ook voor een andere beloningsstructuur van medisch specialisten. Zij komen voortaan in dienst van de ziekenhuizen. Dit hoeft niet ten koste te gaan van de kwaliteit.
  • Gebruikelijke zorg dichtbij; specialismen concentreren. Door een verbeterde ketenzorg en versterking van de eerste lijn kan de zorg dicht bij de patiënt worden geleverd en een ongewenste toestroom naar de duurdere tweede lijn worden afgeremd. Diagnostiek en behandeling kunnen vaker buiten het ziekenhuis plaatsvinden door huisartsen of verpleegkundigen die zich hebben kunnen specialiseren. Het overnemen van zorg uit de tweede lijn leidt niet tot een korting op het huisartsenbudget, als ten gevolge van deze overname binnen de eerste lijn meer zorg wordt geconsumeerd. Ziekenhuizen en poliklinieken in Nederland kunnen zich specialiseren of in aantal teruggebracht worden om kosten te besparen. Maar kleinere ziekenhuislocaties die essentieel zijn voor de bereikbaarheid van basiszorg en/of acute zorg blijven gehandhaafd. Nazorg van specialistische ziekenhuizen moet in regionale ziekenhuizen plaats kunnen vinden. Ook zorg voor chronisch zieken en ouderen blijft lokaal georganiseerd. Daarbuiten kan meer ruimte worden gelaten aan zorgverzekeraars en zorginstellingen om de zorg beter te organiseren rond de criteria kwaliteit, patiëntveiligheid en doelmatigheid.

8. Een grotere rol voor gemeenten

  • Van verzekering naar voorziening. Voor de meest kwetsbare mensen in onze samenleving die levenslang en levensbreed een beroep moeten doen op onverzekerbare zorg blijft de AWBZ bestaan. Het is echter veel doelmatiger een flink deel van de op dit moment via de AWBZ geleverde zorg voortaan in de vorm van een voorziening onder te brengen in de WMO. De gemeenten zijn dan verantwoordelijk voor het leveren van deze zorg. Zij kunnen die zorgvraag samenbrengen met andere voorzieningen, zoals thuiszorg of vervoer. Zo kan met behoud van kwaliteit met minder geld meer zorg aan meer mensen worden verleend. Voor specifieke doelgroepen, zoals ernstig gehandicapten, blijft de aanspraak op AWBZ behouden. Bij de overheveling van zorgtaken naar de gemeenten, krijgen gemeenten voldoende financiële en wettelijke ruimte, want complexe wetgeving en gebrek aan tijd om decentralisaties voor te bereiden zorgen voor een onnodige verhoging van de uitvoeringskosten voor gemeenten.

9. Keuzevrijheid voor zorgvragers

  • Keuzevrijheid voor de soort zorg en keuzevrijheid voor identiteitsgebonden zorg. De ChristenUnie hecht aan de keuzevrijheid van ouders en zorgvragers om zorg te verkrijgen die past bij hun situatie en levensovertuiging. Daarom wordt het persoonsgebonden budget (pgb) wettelijk geborgd. Oneigenlijk gebruik en fraude worden tegengegaan. Voor nieuwe cliënten wordt het pgb-tarief dat wordt betaald aan hulpverleners gemaximeerd op het tarief dat geldt bij zorg in natura. Het budget wordt niet langer op de bankrekening gestort, maar er komt een trekkingsrecht. Het recht op geestelijk verzorging is gegarandeerd en geldt ook voor mensen die buiten een instelling zorg ontvangen.
  • Meer woonzorgcomplexen en levensloopbestendige woningen. Wijkgerichte teams van verpleegkundigen en verzorgenden met voldoende armslag kunnen de zorgverlening aan chronisch zieke mensen en kwetsbare ouderen dan goed aan. Waar mogelijk wordt de zorg thuis gegeven. Dit geldt ook voor mensen met psychische aandoeningen. Het is mogelijk om veel meer cliënten in de wijk in plaats van een instelling te helpen. Er blijft echter een keuze mogelijk voor verblijf in een AWBZ-instelling, bijvoorbeeld voor hen die niet de regie over het eigen leven kunnen voeren.

10. Preventie geeft gezondheidswinst en kostenbesparingen

  • Een gezonde levensstijl. Dat is een belangrijke basisvoorwaarde voor een goede gezondheid en zorgt voor lagere zorguitgaven later. Ook het vroegtijdig opsporen van mensen met een chronische ziekte of aandoening voorkomt veel gezondheidsschade. De ChristenUnie kiest er daarom voor om de versoepeling van het rookverbod terug te draaien en krachtig in te zetten op maatregelen die overgewicht, diabetes en andere leefstijlgerelateerde aandoeningen voorkomen. Onderzoek wijst uit dat hierdoor het gezondheidsverlies dat gepaard gaat met veroudering met een derde kan afnemen. Seksueel welzijn hangt nauw samen met onze algehele gezondheid. In preventiecampagnes en voorlichtingsmateriaal wordt gewezen op het (gezondheids) belang van uitstel van het eerste seksuele contact en het vermijden van wisselende seksuele contacten.
  • De gezondheidszorg meer richten op preventie. Vaak krijgt alleen de behandeling van een ziekte alle aandacht. En te vaak ontvangen ouderen bij (spoed)opnames ondoelmatige (dure) zorg die eerder de kwaliteit van leven aantast dan verbetert. Maar snel handelen kan veel gezondheidsschade voorkomen. Dan moet wel worden voorzien in methoden om aandoeningen in een vroeg stadium snel op te sporen (vroegdiagnostiek en sneldiagnostiek).
  • Overgewicht aanpakken. Bijvoorbeeld door het Jongeren Op Gezond Gewicht programma uit te breiden, zodat meer gemeenten zich hierbij kunnen aansluiten. Bedrijven worden gestimuleerd om minder zout, suiker en andere chemische additieven in bewerkte producten te verwerken.

 

 

Delen