Zwarte werkelijkheid
‘Meteen nadat de Republikeinen in het Huis van Afgevaardigden donderdag de Affordable Care Act afschaften, vierden miljoenen Donald Trump-stemmers dat ze nu eindelijk worden bevrijd van de last van tegen-zorgkosten-verzekerd-zijn in geval van catastrophic illness.’ Toch is nog niet iedereen helemaal gerust. Neem Harland Dorrinson uit Tallahassee in Florida. Die is weliswaar reuze blij dat hij nu zijn zorgverzekering kwijtraakt. Maar is tegelijk bezorgd dat de Senaat nog roet in het eten kan gaan gooien, en hem zijn verzekering weer teruggeeft – ‘Right now this all feels too good to be true.’
Satire, natuurlijk, van comedian Andy Borowitz in The New Yorker, de dag nadat in Washington DC iets gebeurde dat niet veel mensen, en niet veel media, zagen aankomen. Want die American Health Care Act (AHCA), die een eind moest maken aan de Affordable Care Act, of wel aan Obamacare, was toch intussen allang weer morsdood? Zeker 24 miljoen burgers die hun zorgverzekering zouden verliezen, om hiermee voor jaarlijks 600 miljard dollar aan belastingverlaging voor rijke mensen te financieren – daar kom je politiek immers niet mee weg. Ook niet als je Paul Ryan (de Republikeinse voorzitter van het Huis van Afgevaardigden) of Donald Trump heet.
Die American Health Care Act (AHCA), die een eind moest maken aan Obamacare, was toch allang weer morsdood?
Maar dit staat nog behoorlijk te bezien. De eerste versie van die AHCA stierf inderdaad een roemloze dood, afgelopen maart, nog voordat die in het Huis zelfs maar in stemming was gekomen. Maar het aangepaste voorstel dat gisteren wél in stemming is gebracht, en met een kleine meerderheid is aangenomen, gaat op essentiële punten nog vérder in het uitkleden van Obamacare. Als dit voorstel ooit echt wet wordt, staat het individuele deelstaten bijvoorbeeld vrij om zowel de acceptatieplicht voor zorgverzekeraars als het wettelijk verplichte basispakket af te schaffen – slecht nieuws dus voor mensen met ‘pre-existing conditions’.
Natuurlijk: alleen áls die AHCA ook echt wet wordt. En op dit punt vallen de reacties op wat gisteren in Washington gebeurde, in twee smaken uiteen. Er zijn, ten eerste, opnieuw voorspellingen dat het allemaal zo’n vaart niet zal gaan lopen. Het wetsvoorstel moet nu eerst naar de Senaat, waar de (kleine) Republikeinse meerderheid, onder wie veel senatoren met een relatief gematigde visie, óf niks van het voorstel zal willen weten, en misschien wel met een eigen voorstel zal komen; óf het voorstel zwaar zal aanpassen, en in onherkenbare vorm naar het Huis van Afgevaardigden terugsturen.
En dan zijn er natuurlijk de kiezers, vooral in districten die in het Huis van Afgevaardigden worden vertegenwoordigd door Republikeinse vóórstemmers van gisteren. Die kiezers zullen, als er november volgend jaar weer nieuwe Congres-verkiezingen zijn, een zware electorale straf uitdelen. En zullen hiermee de Democraten een nieuwe Huis-meerderheid bezorgen die Donald Trump voor de resterende duur van zijn presidentschap tot een machteloze spartelaar zal reduceren.
Maar er klinkt ook een ander geluid. Ingegeven door de vrees om nóg een keer voorbarig te juichen over het mislukken van de aanval op Obamacare. Maar ook ingegeven door het onder ogen zien van een paar onprettige maar nuchtere waarheden. Zoals: afgaande op de publieke retoriek van sommige Republikeinen in de Senaat, zou je inderdaad denken dat de AHCA daar weinig kans maakt. Maar als we kijken naar het feitelijk (stem)gedrag van veel van die ‘gematigde’ senatoren, op allerlei uiteenlopende onderwerpen, dan blijkt die niet of nauwelijks af te wijken van de officiële, door conservatieve hardliners bepaalde lijn. Voeg hierbij hoe ook in het Huis van Afgevaardigden de Republikeinse partijdiscipline, en de onderlinge partijsolidariteit, uiteindelijk heeft geprevaleerd. En de kans lijkt op zijn minst reëel dat Senaat uiteindelijk wél akkoord zal willen gaan met de AHCA. Met misschien een versie die op sommige punten wat is afgezwakt, maar die ook dan nog steeds een zware kortwieking is van Obamacare, waar veel ouderen en veel armen een hoge prijs voor gaan betalen.
Vergeet ook nooit dat over één ding alle Republikeinen het hartgrondig met elkaar eens zijn, namelijk de wenselijkheid van radicale belastingverlaging voor de rijken. Dit is en blijft, schrijf commentator Matthew Yglesias van Vox.com, de ware agenda achter de AHCA – ‘Everything else is a sideshow’. En de enige manier om die belastingverlaging te financieren zonder het begrotingstekort van de federale overheid te laten exploderen, is om dat geld weg te halen bij de onderdelen van Obamacare die ook voor mensen met weinig financiële middelen een fatsoenlijke zorgverkering mogelijk maken.
En die revolte van de kiezers? Ook die moet misschien niet worden overschat. Zelfs als de Democraten eind 2018 in het Huis van Afgevaardigden een meerderheid heroveren, kunnen ze hiermee een intussen tot wet geworden AHCA niet meer terugdraaien. Daarvoor heb je namelijk ook nog een meerderheid in de Senaat en een partijgenoot in het Witte Huis nodig. En dit kan de Democraten sowieso niet eerder lukken dan in 2020, bij de volgende presidentsverkiezingen. En ook dan is het halen van zo’n ‘drieslag’ een weinig reëel perspectief.
Bijna alles wat de Republikeinen nu over de AHCA roepen, is pure en extreme leugen
En bovendien: zúllen veel kiezers die afgelopen november nog op Donald Trump en de Republikeinen stemden, in 2018 inderdaad hun woede laten blijken over het onderuithalen van hun eigen zorgverzekering? Het is mogelijk. Maar het is niet zeker.
Bijna alles wat de Republikeinen in het Huis van Afgevaardigden, en Donald Trump vanuit het Witte Huis, nu over de AHCA roepen, is pure en extreme leugen. Over alles wat die wet in werkelijkheid zal brengen, zoals veel hogere premies, veel hogere eigen risico’s, veel lagere niveaus van dekking, wordt straalhard precies het omgekeerde geroepen. En natuurlijk stellen voorstanders van behoud van Obamacare zich graag gerust met de gedachte dat je ‘mensen niet eeuwig voor de gek kunt houden’. Maar wat we tot nu toe weten, en steeds opnieuw weer zien, over het electoraat van Donald Trump, zou weleens kunnen betekenen dat die gedachte helaas niet klopt. En dat de visie van Andy Borowitz in The New Yorker niet alleen zwarte humor is, maar tegelijk ook zwarte werkelijkheid.