Zweefzorg

Ziekenhuizen bieden ‘gefragmenteerd, kleinschalig en weinig structureel’ complementaire zorg aan, blijkt uit een inventarisatie van het Louis Bolk Instituut en het Van Praag Instituut. Mijn eerste gedachte toen ik dit las, was: laat het alsjeblieft zo blijven. Of liever nog: laat ze er helemaal mee ophouden. Het zou me niet verbazen als een rechtstreekse lijn te trekken is tussen de afname van het aantal ligdagen in het ziekenhuis en de toename van het aanbod aan complementaire zorg. Net zoals een kledingwinkel bij dalende omzet kan overwegen om ook maar een horecahoekje in te richten. Je moet toch ergens je omzet vandaan halen.

Als ik naar het ziekenhuis moet voor een nieuwe knie, strompel ik in no time weer naar buiten. Zelfs bij een grotere ingreep lig ik nog maar kort in het ziekenhuis. Maar al lag ik er twee of drie weken, heb ik dan aromazorg of voetreflexmassage nodig? Nee, net zo min als een Cliniclown.

Laat degenen die dergelijke ‘complementaire zorg’ aanbieden alsjeblieft geen onderdeel gaan vormen van het multidisciplinair team dat ik nodig heb om optimaal behandeld te worden en weer zo snel mogelijk dat ziekenhuis uit te komen. Ook op therapeutic touch zit ik niet te wachten. Het zal best zijn dat dit zorgt voor ontspanning, helpt om angst te verminderen en het zelfgenezend vermogen te herstellen. Maar naar mijn idee werkt niets zo goed om te ontspannen en de angst te bezweren als de zekerheid te zijn overgeleverd aan een behandelteam dat tot het beste in zijn soort behoort. Verder heb ik genoeg aan een beetje empathie en aan een goede uitleg over wat ik – eenmaal thuis – kan doen om mijn herstel te bevorderen. Bij behoefte aan zweven neem ik wel een borrel op de goede afloop.

Delen