MH17: toch maar weer bidden?

 

Vroeger baden wij. In de kerk maar ook thuis en zelfs op school. Wij baden of moesten ook bidden voor ‘het zielenheil van onze dierbare overledenen’. Dat waren er toen op mijn leeftijd nog niet zo veel. In mijn puberteit kwam de vraag op of wij met onze gebeden iets voor dat zielenheil konden betekenen. Daar leek eerder een taak voor Onze Lieve Heer weggelegd, maar ook aan God zelf begon ik te twijfelen. Ik verloor mijn geloof en binding met de kerk. Misschien is er wel iets van overgebleven, maar het is mij nooit gelukt om dat te verwoorden.

Ik bekeerde mij tot het chanson. Ruim tien jaar heb ik over het Franstalige lied gepubliceerd, ik stelde elpees samen en maakte een radioprogramma. Er was één chanson waarbij ik steevast door emoties werd overmand en zelfs moeite had om mijn tranen te bedwingen: Fernand van Jacques Brel. Het is maar een liedje, maar ik beleefde het als een fragment uit een trieste documentaire: de ik-persoon loopt in de vroege mistige ochtend als enige achter de baar van een – door iedereen in de steek gelaten – vriend door de lege straten van Parijs, dat aanvoelt als Berlijn; ook de harteloze God, die dit toestaat, krijgt er genadeloos van langs. Erger dan dit trieste lot kon ik mij inderdaad niet voorstellen.

Nog voor bekend werd dat de catastrofale vlucht MH17 ook mijn kennissenkring had geraakt werd ik tot op het bot meegezogen in emoties. Het bizarre was dat ik deze gevoelens nauwelijks kon delen met mijn echtgenote en dochter die op dat moment in Griekenland met vakantie waren: het BBC-nieuws dat zij op hun hotelkamer zagen zoomde in op de gebeurtenissen in Gaza; over de MH17 werd wel bericht, maar ongeveer zoals dat nu in Nederland is gebeurd over het toestel van Air Algérie dat in de nacht van 24 op 25 juli in Mali is neergestort, waarbij 116 doden vielen.

Het is zeker in dit stadium nog ongepast om vragen op de werpen bij de enorme impact die de catastrofe van de MH17 op ons land heeft. Toch schoot het even door mij heen, dat ik zo kort geleden nog ook volledig werd meegezogen in een totaal andere golf van emoties die eveneens ons land in de ban had. Wanneer vlucht MH17 niet zo dramatisch was geëindigd, had de afschuwelijke escalatie in Gaza eveneens in Nederland het nieuws beheerst, maar zelfs de meest gruwelijke feiten en beelden hadden niet geleid tot dezelfde impact als nu is gebeurd na de ramp met het vliegtuig.

Als medicus verbaas ik mij al vanaf mijn eerste co-schap hoe collegae soms over het leed van patiënten scheren zonder hierdoor geraakt te worden. Omgekeerd is mij vaak verweten dat ik te veel door dat leed werd meegezogen. Het is bizar om te concluderen dat het begaan zijn met medemensen van zo veel andere factoren afhankelijk is dan van hetgeen betrokkenen zelf is overkomen. En zoals ik mij als puber afvroeg hoe zinvol het is om te bidden voor het zielenheil van dierbare overledenen, zou men zich nu kunnen afvragen wat de doden zelf aan ons medeleven hebben. En toch zit de noodzaak om hen te (blijven) herdenken heel diep in ons zit (zij mógen niet vergeten worden).

De rampvlucht leidt niet alleen tot compassie, woede en verbijstering. Wie bereid is om één stap verder te gaan wordt ook met zichzelf geconfronteerd. Dat kan tot vragen leiden waarop ik zelf geen antwoord weet en waarop misschien zelfs geen antwoord mogelijk is. Zou bidden dan toch zinvol zijn?

Dire que Fernand est mort
Dire qu’il est mort Fernand
Dire que je suis seul derrière
Dire qu’il est seul devant
Lui dans sa dernière bière
Moi dans mon brouillard
Lui dans son corbillard
Moi dans mon désert
Devant y a qu’un cheval blanc
Derrière y a que moi qui pleure
Dire qu’ a même pas de vent
Pour agiter mes fleurs
Moi si j’étais l’Bon Dieu
Je crois qu’j’aurais des remords
Dire que maintenant il pleut
Dire que Fernand est mort

Dire qu’on traverse Paris
Dans le tout p’tit matin
Dire qu’on traverse paris
Et qu’on dirait Berlin
Toi, toi, toi tu sais pas
Tu dors mais c’est triste à mourir
D’être obligé d’partir
Quand Paris dort encore
Moi je crève d’envie
De réveiller des gens
J’t’inventerai une famille
Juste pour ton enterrement
Et puis si j’étais l’Bon Dieu
Je crois que je ne serais pas fier
Je sais on fait ce qu’on peut
Mais il y a la manière

Tu sais je reviendrai
Je reviendrai souvent
Dans ce putain de champ
Où tu dois te reposer
L’été je ferai de l’ombre
On boira du silence
À la santé d’Constance
Qui se fout bien d’ton ombre
Et puis les adultes sont tellement cons
Qu’ils nous feront bien une guerre
Alors je viendrai pour de bon
Dormir dans ton cimetière
Et maintenant bon Dieu
Tu as bien rigolé
Et maintenant bon Dieu
Et maintenant j’vais pleurer

Delen