Aflosrendement

Met een aantal collega’s lunchwandel ik al jaren. Onlangs werd mij daarbij en passant gevraagd of aflossen op je aflossingsvrije hypotheek een goed rendement oplevert. Bij een antwoord dat past bij de persoonlijke financiële situatie komt veel kijken. Maar zó lang duren onze wandelingen niet en zo veel ruimte biedt ook deze column niet. Daarom volgt hier een gestileerd voorbeeld met flink wat aannames.

Stel dat u door besparingen, erfenis, schenking of anderszins € 50.000,- echt ‘over’ heeft, die nooit hoeft te dienen als buffer voor onverwachte uitgaven. Als u met dat geld beslist geen beleggingsrisico wilt nemen, kunt u het op een spaarrekening zetten of er uw aflossingsvrije hypotheek geheel of gedeeltelijk mee aflossen – vaak mag dat jaarlijks met 10 tot 25 procent van de oorspronkelijke hoofdsom.

Aflossen extra voordelig bij kleine hypotheekschuld

Als u 5 procent bruto hypotheekrente betaalt en een boetevrije aflossing doet, is de netto-opbrengst van die aflossing jaarlijks € 1200,- (voor de hoogste inkomens) tot € 1600,- (voor de laagste inkomens). Dat moeten we vergelijken met de netto-opbrengst van sparen. Bij een spaarrente van 2 procent gaat het om € 1000,- bruto. Daarvan raakt u nog € 600,- kwijt aan vermogensrendementheffing als u met uw box 3-vermogen (spaargeld en beleggingen) voor én na de eventuele hypotheekaflossing boven de vrijstelling uitkomt.

In dit voorbeeld levert kiezen voor hypotheekaflossing u een jaarlijks voordeel op van € 800,- tot € 1200,-. Als er nog maar een heel kleine hypotheekschuld is, kan dat toenemen tot € 2100,- per jaar (als u minder hypotheekrente betaalde dan uw eigenwoningforfait). Alleen als u wel zou willen beleggen met de € 50.000,- die u over heeft, is er een kans dat u over een langere periode een hoger rendement maakt dan met hypotheekaflossing. Uw eigen situatie is helaas vast niet zo ‘gestileerd’. Het is daarom verstandig om voor het passende antwoord echt even te gaan zitten en advies in te winnen.

Laat u bij sparen en beleggen altijd goed adviseren.

 

Delen